Paarden zijn niet meer weg te denken uit ons Limburgs landschap. In vele weides vinden we geen koeien meer maar
wel een paard of pony. Deze paarden produceren
een hele hoop mest. Voor sommige paardenhouders is het verwerken ervan een probleem. Maar niet meer voor de leerlingen van het Biotechnicum. Zij gaan aan de slag met een proef om de paardenmest te composteren maar ook te fermenteren en daarna te gebruiken als bemesting voor de paardenweide.
Leraar Niels Geeraerts: “In de ene bak maken we paardencompost. Composteren doen door een heel luchtige hoop te maken met onderaan takken en stro. In de andere bak gaan de leerlingen de mest laten fermenteren door de mest aan te drukken, te besproeien met de juiste micro-organismen en een beetje zeeschelpenkalk toe te voegen."
Door het verwerken van de mest creëer je een
gesloten kringloop op je weide. Er is minder kost aan transport en je hoeft ook geen (kunst)mest meer aan te kopen. Door ook het aandeel van organische stof te vergroten in je paardenweide krijg je een bodem die beter vocht vasthoudt en een gezonder gras produceert. Dus uiteindelijk gezondere paarden. Bovendien kan je dan zo als paardenhouder klimaatopwarming mee helpen stoppen door het gehalte aan koolstof in de bodem te vergroten.
Joke Timmermans, projectcoördinator van Regionaal Landschap Lage Kempen, is enthousiast over de mogelijkheden. In de grond van de zaak onderzoeken Bodemkundige Dienst, PXL en Biotechnicum de meerwaarde van compost en bokashi voor het verbeteren van de bodem en de groei van het grasland in de paardenweide.