In de BENE-league van het handbal heeft Bocholt vanavond thuis met 27-25 gewonnen van het Nederlandse Aalsmeer. De ruststand was 12-13. UPDATE Een Bocholts verslag:
 In de heenwedstrijd kon Bocholt nipt de twee punten mee naar huis nemen. Die overwinning kon op z’n zachtst uitgedrukt ‘op een diefje’ worden genoemd. Twee punten, de leidersplaats en de druk op Kembit-Lions, dat stond gisterenavond op het spel. Bocholt begon goed aan de wedstrijd. Het wist al snel de 0-1 van Aalsmeer om te zetten in een voorsprong. De eerste 10 minuten kon Bocholt de voorsprong behouden, al was het telkens maar met één puntje. Na 10 minuten nam Aalsmeer de leiding over. 7 minuten later stond er een 6-9 tussenstand op het bord. Een heel laag scoreverloop, veel foutjes, maar vooral een marge voor de tegenstanders. Die marge kon voor de rust niet meer worden weggewerkt. Met 12-13 hadden we voldoende stof tot nadenken tijdens de pauze.
Ook in de tweede helft was Bocholt op achtervolgen aangewezen. We weten dat de motor dit seizoen vaker wat later op gang komt. De tegenstander ziet dat en prikt door. Maar als de motor eenmaal draait, zijn onze mannen vaak moeilijk te stoppen. Aanjager van die motor was weer een uitstekende Ilyas D’hanis. Hoewel Tim Claessens het op cirkel aanvankelijk lastig had, kon hij zich toch regelmatig doorzetten in zijn goaltjes meepikken. Na 18 minuten stond er een 20-20 op het bord. Vanaf dat moment bleven onze jongens vlijtig gebruik maken van de kansen en bleven ze feilloos afwerken. Bij het laatste fluitsignaal resulteerde dit overwicht in een 27-25 eindstand.
Een moeilijke overwinning en een overwinning op kracht. Maar laat ons toch vooral even stilstaan bij Pieter Strauven. De goals die hij maakte, waren stuk voor stuk fenomenaal. Dan hebben we ook nog een speciale vermelding voor Oracha Van Bommel, de vervanger van de geblesseerde Stef Gijbels. Kwam twee keer in het veld voor een strafworp, hield ze allebei op schitterende wijze. Dat een volledige Damburg dan je naam scandeert, is dan enkel maar verdiend. Merci, Oracha!