Het internationale bokkenrijdersgenootschap (B-NL-D) werd in 2003 opgericht om de Limburgse bokkenrijders van weleer onder de aandacht te brengen (zie www.bokkenrijders.com). Het genootschap heeft
11 mei uitgeroepen tot internationale bokkenrijdersdag n.a.v. de terechtstelling op die dag in 1772 van de meest legendarische van allemaal: chirurgijn Joseph Kerkhofs. Ondanks zeven volle dagen marteling wou Kerkhofs niet bekennen dat hij en bokkenrijder was!
Op 11 mei hangen alle erkende bokkenrijdersgemeenten, waaronder Bocholt, de
bokkenrijdersvlag (foto) uit: geen paniek dus wanneer je de zwart-rode vlag vandaag aan ‘t Huis van de gemeente in Bocholt ziet wapperen.
Vooral in Kaulille waren er Bokkenrijders actief. Het trieste lot van Lucia Truyens is wel het meest bekend. Haar bokkenrijdersverhaal begon met een inbraak in de kerk van Kaulille in 1783. Na gruwelijke foltering bekende de ongehuwde moeder uit Kaulille haar misstappen. Ze kreeg de doodstraf en werd op een stukje heide langs de weg van Kaulille naar Kleine-Brogel onthoofd door de beul van Luik. Deze beul voltrok het oordeel dat uitgesproken werd door de schepenenbank van Pelt (Drossaerd Clerckx) en bekrachtigd werd door het Hof van Vliermaal. De mensen die ze vernoemd had, werden allen opgehangen of onthoofd of konden zich uit de voeten maken. Lucia stierf te midden van honderden toeschouwers die daarmee hun onderdanigheid en gehoorzaamheid aan het gezag nog eens goed kregen ingepeperd.
Bokkenrijdersromantiek? Vergeet het maar. Geen geitenbokken in de lucht, geen Robin Hoods, maar meestal alleenstaande dieven of marginale roversbenden die gebruikmakend van het bijgeloof van de Kempische bevolking hun slag sloegen. Door een meedogenloze vervolging (weerom Drossaerd Clerckx) en foltering bekenden ook vele onschuldigen en werden ze omgebracht. Pas later kregen Bokkenrijders – totaal onterecht – hun imago van vrijbuiters.
(Bron: gemeente)