Het was gemeengoed, in het begin van de industriële (r)evolutie om tegenover 'de fabriek' niet alleen woningen voor de arbeiders te bouwen (doorgaans vrij 'basic') maar ook de
directeurswoningen. Zo ook in
Kaulille, waar tegenover
De Koninklijke Buskruitfabriek Cooppal (in de volksmond: de Poederfabriek) een prachtige woning voor
directeur Van Vyve werd gebouwd. Georges Van Vyve was er 'de grote patron' tijdens de Eerste wereldoorlog, maar toen de Duitsers in aantocht waren, legde hij de fabriek stil, uit vrees dat het aldaar gefabriceerde buskruit door 'de vijand' zou worden gebruikt. Hij vluchtte, eerst naar Nederland, later naar Engeland en Italië. Ook de arbeiders uit Kaulille weigerden om voor het Duitse leger te werken, zij kregen geldelijke steun vanwege de aandeelhouders van Cooppal, die via Nederland aan de Dodendraad drie jaar lang geld kwamen geven om de moeilijke periode te doorstaan.
Of Villa Bruyère het nog lang zal doorstaan, is nog maar de vraag.