Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir gaat geen initiatief nemen om een nieuw ruimtelijk uitvoeringsplan te maken voor grootschalige zandwinning in Kaulille. Ook is ze niet zinnens een nieuw planinitiatief te delegeren aan het gemeentebestuur. Dat zei de minister bij TVL.
“De grootste ontbossing van de eeuw in Vlaanderen wordt wat mij betreft definitief afgevoerd”, aldus Demir.
De toenmalige Vlaamse Regering besliste op 4 april 2014 om te starten met de opmaak van 3 gewestelijke ruimtelijk uitvoeringsplannen (GRUP´s) met de aanduiding van bijkomende gebieden voor de winning van fijne en grove zanden in Bocholt, Meeuwen-Gruitrode/Opglabbeek (nu Oudsbergen) en Oosterzele. Deze beslissing heeft voor Oosterzele geleid tot een definitieve omzetting naar ontginningsgebied. Oudsbergen werd door Demir (N-VA) stopgezet vanwege te grote impact op de sponswerking van Limburg.
Voor Bocholt kreeg het gemeentebestuur in 2019 delegatie van de planningsbevoegdheid van toenmalig minister Joke Schauvliege (CD&V). Bocholt stelde een ontwerp van gemeentelijk RUP voorlopig vast op 12 november 2020. Tijdens een openbaar onderzoek volgden meer dan 4.000 bezwaren en een ongunstig advies van Natuur en Bos. Toch stelt de gemeenteraad op 27 mei 2021 het uitvoeringsplan definitief vast waardoor op termijn meer dan 100 ha van het boscomplex in de deelgemeente Kaulille een bestemming kreeg als zandwinningszone.
Omwille van de omvangrijke ontbossing vocht BOS+ het plan aan bij de Raad van State.
De raad oordeelde dat het initiatief strijdig is met het natuurdecreet omdat er niet aangetoond werd dat er geen significante negatieve impact is op de Speciale Beschermingszones. Ook werden geen locatie-alternatieven onderzocht in functie van milieu-impact, maar louter op basis van eigendomssituatie en economische redenen. Dat maakt het initiatief onwettig.
Het gemeentebestuur trapte de bal intussen terug naar het Vlaamse niveau, waar met Zuhal Demir intussen een andere minister bevoegd is. Die aarzelt niet en heeft intussen de knoop doorgehakt: Vlaanderen gaat dit dossier niet reactiveren en gaat geen planningsbevoegdheid delegeren aan gemeente of provincie.
“Voor mij is duidelijk dat de natuurwaarde van dit gebied enorm groot is en dat de beslissing van mijn voorganger om te delegeren naar het gemeentebestuur niet de meest doordachte was. Maar bovenal is dit een van de grote aaneengesloten groene longen in onze mooie provincie. Het draagvlak voor het kappen van die bossen is eveneens afgekalfd. De knoop doorhakken is voor mij dan ook de evidentie zelve. De reserves in ontginningsgebied op 25 jaar zijn ook zonder dit gebied 40 miljoen m³, wat niet klein te noemen is. Het oppervlaktedelfstoffenplan zal ook in die zin geactualiseerd worden”, besluit Demir.