De boompieper leeft graag aan de rand van bossen en open plekken. Moerasachtige grond is ook een geliefd terrein, samen met heideterreinen. Rond deze tijd zit hij meestal hoog in een boom op een kaal terrein en vliegt hij recht omhoog, terwijl hij zijn typisch sissend liedje zingt. Daarna landt hij weer in een andere boom. Op een paar details na lijkt hij natuurlijk ook veel op de graspieper, maar hij is wel groter dan de graspieper.
(Johan Put)