Brievenpost van Dinges
Aan burgemeester Christoph D'Haese
Ik wil u graag deze brief bezorgen over de heisa rond het optreden van de Israëlische dirigent Lahav Shani op het Gent Festival. U kan die naam wellicht niet meer horen, en ik ga me over de grond van de zaak niet uitspreken, maar ik wil wel even terugspoelen naar uw uitspraak in het VRT-middagjournaal van maandag 15 september.
Over terugspoelen gesproken. Dat heb ik een paar keer moeten doen tijdens die journaaluitzending. De vraag werd u gesteld waarom u tijdens de vergadering uw veto niet had gesteld. Ik citeer uw antwoord letterlijk: “Men mocht mij niet onderbreken op het moment dat ik aan het zwijgen was. Ik heb het debat laten lopen.”
Na het vier keer teruggespoeld en herbekeken te hebben, begreep ik er nog altijd geen snars van. Hoe kan je nu iemand onderbreken die zwijgt? Ik had het gevoel dat er iemand een bocht nam. Een bocht zoals bij de start op het circuit van Francochamps, de zogenaamde Raidillon. Als de F1-piloten die bocht goed nemen, zitten ze goed. Maar met alle respect, u hebt uw bocht niet goed genomen. U zit niet goed.
Want laat ons eerlijk zijn. U hebt die beslissing mee goedgekeurd. Ik weet niet wat u tijdens het overleg aan het doen was? Was u afgeleid? Was u een Gents cuberdonneke aan het proeven? Was u een sandwich met Gandaham aan het verorberen? Trouwens, ik heb lang niet geweten dat Gandaham een echt Gents streekproduct is. ‘Ganda’ is oud-Keltisch voor Gent, zo blijkt. Maar kijk, een mens kan niet alles weten. Of zat u met uw hoofd al bij het carnaval in Aalst?
Uw optreden ’s avonds in ‘Terzake’ bracht niet veel soelaas. Ik hoorde u vooral veel moeilijke woorden gebruiken. Ik citeer opnieuw een van uw antwoorden. “Waar het de facto finalitair op neerkomt is dat iemand die een artistieke prestatie wil leveren in ons land, dat die eigenlijk geïnstrumentaliseerd wordt …” Toen was u me al kwijt. Ik zag Pieterjan De Smedt ook met zijn grote wenkbrauwen fronsen. En u hebt meerdere moeilijke zaken gezegd. Er zijn nog zo van die dinges.
We hebben het voorval en uw optreden ook bij een pint in café De Kiezel besproken. Mijn buurmannen Gust en Ömer zaten mee aan tafel. Vooral die eerste is een politieke veelvraat. Om 10 uur ’s morgens kent hij al twee gazetten uit het hoofd. ’s Avonds kijkt hij tegelijkertijd naar twee televisies. Met op het ene scherm ‘Terzake’ en ‘De Afspraak’ en op het andere ‘De tafel van Gert’. Ik heb al eens gezegd dat hij uitzendingen later kan bekijken via het internet, maar daar moet hij niet van weten.
‘Die burgemeester van Aalst? D’Haese?”, zei Gust. “Dat is kazakkendraaier. Hij draait met de wind.”
Ik geef u zijn uitspraak letterlijk mee. Omdat het nogal fel uitgedrukt is, heb ik de herkomst van die uitdrukking achteraf opgezocht. Het komt uit het Frans, dat zal u ongetwijfeld plezieren. Zijn ‘kazak keren’ is een vertaling van het Frans ‘tourner casaque’. Met andere woorden: je jas draaien en dus ook jezelf afkeren van wie je eerst aankeek. Het wordt gezegd tegen overlopers of mensen die een serieuze bocht nemen.
U hebt ondertussen ontslag genomen uit de Raad van Bestuur van het festival, maar ik zou u toch graag horen uitleggen wat die zin betekent, van dat onderbreken tijdens het zwijgen. Tegelijkertijd bent u hiermee op de hoogte van wat de man in de straat ervan denkt, zoals mijn buurman Gust. Voor een politicus is dat zeker niet onbelangrijk.
Ondertussen verblijf ik, met de meeste hoogachting,
Désiré Dinges.