Het is me al weken niet gelukt om nog een stukje te schrijven. Niet uit tekort aan inspiratie, integendeel. Er gebeurde genoeg rondom mij. Maar ik was druk bezig met de laatste hand te leggen aan mijn aanstaande boekje. Boek. Want het is veel lijviger geworden dan ik op voorhand had gedacht.
Al weken ben ik aan het schrappen, verbeteren, twijfelen en kommaneuken. Halve nachten heb ik gedubd over het woordje ‘kap’ of ‘capuchon’ en of die aanhalingstekens daar wel juist staan. Gelukkig heb ik veel hulp van heel bekwame mensen die me op de talloze spelfouten, grammaticale kemels en vergeten tussenvoegsels wezen.
En nu is het klaar. Niks meer aan doen. Ik moet er vanaf blijven. Mijn vingers jeuken om het toch nog één keertje door te lezen voor ik uiteindelijk op de enter-knop druk.
Verzonden. Niks meer aan te doen.
Zo’n boekje schrijven is een ding, maar het uit handen geven…
Het lijkt een beetje op een zwangerschap. Weken, maanden ben je bezig met het creëren. Soms heb je last van harde buiken, slapeloze nachten, zweetaanvallen en emotionele achtbanen, dan weer voel je zacht getrappel en droom je van hoe het kindje eruit zal zien. Je bedenkt een mooie naam, werkt aan het geboortekaartje en zoekt naar een goed team van verloskundigen dat je helpt je baby op de wereld te zetten. Op de dag van de bevalling voel je hoe de spanning stijgt. De weeën worden alsmaar sterker. Je duikt telkens weer in een soort hyperfocus, een andere wereld waaruit je - zodra de wee wegtrekt – weer ontwaakt.
Van wat er in de rest van de wereld gebeurt, heb je even geen flauw benul. Je hebt het te druk met baren. Na een laatste, vreselijk pijnlijke perswee of twee, is ie daar. Je boreling. Is ie niet mooi?
En dan! Dan moet je de navelstreng doorknippen. Het kind is niet meer uitsluitend verbonden met jouw binnenkant. Het mag de wereld in. Het mag los. In het Spaans hebben ze een mooie uitdrukking voor het baren.
‘Dar a luz’, aan het licht geven.
Op dit moment komt er eerst nog even een zorgkundige langs die je kindje weegt en wast en aankleedt. Nog een klein beetje geduld, voor ze je blozende baby in je armen legt. Is ie niet mooi?
Het is nog even wachten, maar binnenkort nodig ik u uit op de babyborrel van mijn boekje. Boek. Het was een pittige bevalling. Maar achteraf ben je dat ook zo weer vergeten, zeggen ze.
Nog even uitpuffen.
Claudia NIEUWENHUIZEN