De moderniteit haalt ons in. Langs voor, achter en opzij. Kortom, langs alle kanten. Onze oudste praat tegenwoordig tegen de tv als hij een programma zoekt. Hij drukt op een knopje van de afstandsbediening en dan zegt hij de naam van het programma. Pas op, je moet duidelijk spreken, of de gekste programma's komen tevoorschijn. Het lijkt dan een beetje op grootvader, die op latere leeftijd geweldig slecht hoorde. "Het ligt niet aan mij, maar jullie spreken niet duidelijk", zei hij dan. “Spreek toch niet zo binnensmonds."
In de auto is het ook een gemak. Daar kan je handsfree bellen. Je drukt op een knopje van het stuur en je zegt gewoon wie je wil bellen. Opgelet, de naam van wie je belt moet op die manier in je telefoon staat. Heb je iemand tussen je contacten staan met 'schatje', moet je ook 'schatje bellen' zeggen. Wat ik onlangs deed. Mijn vrouw, voor alle duidelijkheid. "Patje wordt gebeld", zei de mevrouw van de autotelefoon onmiddellijk. En meteen ging er een telefoon over. Niet bij mijn vrouw dus, maar bij Patje. "Nee, niet Patje dedju. Stop stop!", riep ik nog naar de mevrouw van de autotelefoon, maar dat hielp voor geen meter. Je moet dan op de rode knop drukken. Patje had al opgenomen. "Hier sè, de Rudi, dat is begot lang geleden", zei Patje.
Het is de Patrick die ik nog van vroeger ken. Fantastische kerel, maar je geraakt er niet vanaf.
Toen ik thuiskwam vertelde mijn vrouw dat ze een paar keer had geprobeerd mij te bellen, maar dat het constant bezet was. "Met wie was je aan het bellen?", vroeg ze. Ik had geen zin om het hele verhaal van Patje te vertellen en hoe ik hem aan de lijn had gekregen.
"Met de moderniteit", zei ik.
Rudi Lavreysen