Donderdag 25 februari 2010
In Mongolië is in meer dan de helft van het land de ramptoestand afgekondigd als gevolg van de extreme winter met temperaturen die tot min vijftig gaan. De VN hebben vandaag een hulpprogramma aangekondigd voor de Mongolische nomadenbevolking.
Tot hiertoe zijn al 2,5 miljoen dieren gestorven. De autoriteiten houden er rekening mee dat er tegen juni nog eens 3 miljoen zullen sterven.
De economische verliezen als gevolg van de extreme koude kunnen oplopen tot 62 miljoen dollar, voorspelt de VN-Voedsel- en Landbouworganisatie. "Het vee is voor veel Mongoliërs de belangrijkste bron van voeding en inkomsten", zei een vertegenwoordiger van het Programma voor
Ontwikkeling van de Verenigde Naties (UNDP) in het land.
De UNDP meldde vandaag dat de organisatie 60.000 herders gaat inschakelen om de karkassen van dode dieren op te ruimen en te verbranden. De organisatie wil zo een epidemie vermijden.
Mongolië telt 2,7 miljoen inwoners. Een derde van de bevolking leeft een nomadenbestaan en is volledig afhankelijk van de kuddes
koeien, jaks, schapen en paarden. De overheid trekt bijna 2 miljoen euro uit voor de ergst getroffen zones, maar volgens de VN is er nog 4,5 miljoen extra nodig om de levende dieren te voeden en de karkassen van de dode dieren op te ruimen.
Het is niet de eerste keer dat de Mongoliërs te maken krijgen met een extreme winter. Na de harde winter van 2001 zagen heel wat
gezinnen zich genoodzaakt hun nomadenbestaan op te geven en in de stad te gaan wonen.