Wetenschappers van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) hebben onlangs
het Pijnven-bosreservaat bezocht. Hun missie: het opsporen van speciale kevers en keverresten in bomen, zoals uitwerpselen, zaagsel en gangetjes. Waarom? Om voldoende materiaal te verzamelen voor onderzoek naar kevers die een ernstige bedreiging vormen voor onze bomen.
In samenwerking met het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en het Centrum voor Onderzoek in de Plantenbiologie en het Agrochemisch Onderzoek (CRA) werkt INBO aan een Europees project. Dit project wordt gecoördineerd door het ILVO en heeft tot doel procedures te ontwikkelen voor vroegtijdige detectie van niet-inheemse houtborende kevers (quarantainekevers).
De groeiende internationale handel vergroot namelijk het risico op onbedoelde verspreiding van exotische plaaginsecten van het ene continent naar het andere. Deze kevers vallen gezonde inheemse boomsoorten aan, wat tot het afsterven van de boom leidt, en daarom is hun detectie van cruciaal belang.
Het project richt zich op drie keversoorten, die onder de quarantainevoorschriften van de EU vallen: de Aziatische
essenprachtkever ( Agrilus planipennis ), een
boktorsoort genaamd Aromia bungii en een
walnoottakkever ( Pityophthorus juglandis ). Deze kevers kunnen schadelijk zijn voor essen, walnoten, pruimen en kersen, maar ook populieren kunnen als waardplant dienen. Het onderzoek omvat de ontwikkeling van identificatiemethoden op basis van keveruitwerpselen.
Hoewel deze kevers tot nu toe nog niet in onze regio zijn waargenomen, zijn ze al elders in Europa aangetroffen. Dit benadrukt het belang van vroegtijdige detectie om mogelijke verspreiding en schade aan onze bomen te voorkomen.
Bijna iedereen kent wel de
letterzetters. Dit zijn kleine kevers waarvan de larven van de schors van sparren smullen en daarbij mooie patronen maken. Deze patronen lijken op iets wat een grafisch kunstenaar zou tekenen, en dat is waar de naam vandaan komt.
In Vlaanderen zijn er heel wat kevers die in hout hun sporen achterlaten door te eten. Veel van deze kevers (en meer nog: hun larven) zijn gespecialiseerd in het eten van bepaalde soorten bomen. We noemen die bomen "waardbomen" of "waardplanten," net zoals bij vlinders. Sommige van deze kevers hebben ook een voorkeur voor de dikte van de boomstam waarin ze hun gangen graven, en de plek op de boom waar ze actief zijn.
Het zijn niet alleen maar schorskevers die dit doen, maar ook andere soorten insecten, zoals prachtkevers, boktorren en zelfs houtwespen.
Vele insecten met bomen als waardplanten vallen enkel zwakke of recent afgestorven bomen aan. De meest schadelijke kevers vallen echter ook gezonde bomen aan en zorgen ervoor dat deze afsterven.
Een boom bestaat uit verschillende lagen. De binnenste laag is het dode kernhout, dat donkerder van kleur is. Daaromheen bevindt zich het levende spinthout, dat lichter van kleur is en water en voedingsstoffen transporteert. De jaarringen van een boom worden gevormd door de jaren heen, doordat het hout laagje voor laagje wordt opgebouwd.
Tussen het spinthout en de bast bevindt zich een dunne laag, het
cambium. Wanneer cellen in het cambium zich splitsen, kunnen ze zich ontwikkelen tot bast of hout. Deze laag is soms zichtbaar in het voorjaar wanneer je de bast van een tak afpelt, maar anders niet.
Verder naar buiten zit de bast, die suikers van de bladeren naar andere delen van de boom transporteert. Aan de buitenkant van de boom bevindt zich de schors, die als de 'huid' van de boom fungeert en de boom beschermt tegen bacteriën en schimmels van buitenaf.
Verschillende soorten insecten kunnen zich specialiseren in welke delen van de boom ze eten. Sommige soorten voeden zich met het cambium, anderen met de voedingsrijkere bast, en soms eten ze oppervlakkig van het spinthout. Er zijn ook soorten die zich voeden met het hout zelf.
(Bron: www.boslab.be)