Twee
vleesetende plantjes die ontwaakt zijn uit hun winterrust. De
venusval is een Zuid-Amerikaanse plant die hier in serres wordt gehouden. De twee bladhelften klappen dicht als een vossenklem wanneer een insect, aangelokt door de zoete geur, deze plant bezoekt. De val blijft dicht tot het insect is verteerd, alleen de huid blijft nadien nog in de val achter
(zie foto boven). Een val kan enkele keren een insect vangen, daarna sterft ze af.
De
zonnedauw (foto onder) is een inheemse plant die je hier kunt aantreffen in zure vennen. Ze vangt insecten door middel van lijmdruppels: prooitjes blijven daarin plakken en nadien krult het blad zich om de prooi verder te verteren. Vleesetende planten kunnen wel groeien in zeer arme omstandigheden, maar om tot bloei te komen en zaad te vormen hebben ze dierlijk eiwit nodig.
(Pierre Rutten)