Op de foto een vrouwtje
heideblauwtje ergens in Bosland. Vele soorten blauwtjes hebben een dubbele afhankelijkheid in hun voortplanting, want naast hun waardplant (in dit geval dopheide) moet er ook een bepaalde mierensoort aanwezig zijn in hun biotoop. Zodra het vrouwtje bevrucht is, gaat ze op zoek naar een waardplant in de nabijheid van een mierennest om haar eitjes af te zetten. De rupsen die later uit deze eitjes komen hebben een klier die een zoete vloeistof kan afscheiden en waarop deze mieren verzot zijn. In ruil krijgen ze van de mieren een algemene bescherming tegen hun eventuele belagers. Ook de poppen en de vlinders genieten van deze bescherming. Zouden de rijken der aarde hier hun inspiratie gehaald hebben?
(Pierre Rutten)