Wat een toeval, wat een toeval: broer René (83) en zijn oudste zus Cecile Eerdekens wisten niet van elkaar maar kwamen met een uur verschil allebei kijken hoe het gesteld was met het huisje van Limburgs Landschap in Hengelhoef, de omgeving waar ze lang geleden samen opgroeiden. “We waren thuis met elf. We woonden op de boerderij van barones Beeckman in Hengelhoef,” vertelt René. “Pa had 14 koeien, 10 vaarzen, 3 paarden, varkens en kippen. We deden de melkronde in Houthalen-Oost en Zwartberg met een pony die een karretje trok. Toen waren hier nog veel landerijen die nu grotendeels omgezet zijn in bos. Wij hielpen thuis op de boerderij, tot in 1961 het kasteel verkocht werd. De barones had namelijk geen erfgenamen, maar had het domein in pand gegeven voor een lening van haar broer in de Congo. Haar broer ging failliet en de boerderij met land verkochten de curatoren voor een appel en een ei aan de gemeente Genk. Genk verkocht alles op haar beurt aan de CM voor wie ik nog een jaar doorgewerkt heb. Omdat ik te weinig verdiende koos ik voor Ford. Daar bleef ik tot mijn pensioen.” René vindt het domein niet meer zo verzorgd als toen onder de barones. “Zij ging elke ochtend wandelen tot aan de kapel, en o wee als er een tak op haar pad lag. Rentmeester Michel Vanhoof werd onmiddellijk gealarmeerd. ‘Michel daar ligt een tak!’ riep ze met haar sopraanstem. Als we een varken slachtten dan brachten wij een schone hesp naar mevrouw de barones. Ja, zo ging dat toen. Er was toen ook nog geen elektriek in het kasteel. Vanuit het carbuurhuisje vertrokken leidingen naar het kasteel om zo overal verlichting te hebben. Wist je trouwens dat we van de appelen van de boomgaard toen cider maakten.” René gaat binnen en ziet dat de koeienstal nu omgevormd werd tot cafetaria. “Er is hier veel veranderd,” zegt hij nog vooraleer hij weer huiswaarts op zijn elektrische fiets springt.
(Jef Lingier)