In het openluchtmuseum van Bokrijk is vanochtend de Houthalense
"hoeve van Kwalaak" (foto) uitgebrand. Ze was vooral bekend om haar dominante dak en om haar grote open haard, waar het voeder voor de dieren werd klaargemaakt. Het was een mooi voorbeeld van een goede bewaarde boerderij van dat type;
zowel mensen als dieren leefden er samen onder één dak. Van de boerderij blijft niets meer over.
De langgevelhoeve werd gebouwd omstreeks 1830 door Jan Cuppens. Daarna woonden er Antoon Rekkers en zijn echtgenote Virginie Melotte. De laatste bewoner is de heer Alexander Moons-Virginie Wendelen, wiens initialen boven de staldeur waren aangebracht. Zij woonden met hun drie kinderen in het huis tot in 1938. Vanaf 1938 was het huis onbewoond.
De hoeve werd in 1953 op initiatief van conservator Jozef Weyns overgebracht naar Bokrijk en was daarmee het tweede (!) gebouw dat in het nog prille Openluchtmuseum werd opgebouwd. Het huis werd ingericht zoals het eruit zag vóór 1919. Het betreft een langgevelhoeve volgens een speciaal grondplan. In het huis stond een draaipaal die uniek was waardoor de boer makkelijk de ketel boven de haard kon bedienen voor het voederen van zijn dieren.
Het langgeveltype komt voor in de Vlaamse Kempen en in het centrale deel van Nederland onder de grote rivieren. Het buitenaanzicht is bijna overal identiek: een langwerpig grondplan in drie beuken en een groot dak oversteek. (
Foto's Domein Bokrijk)