Vanmorgen ondertekende het schepencollege het
charter “Naar een toegankelijke gemeente”. Hiermee zet de gemeente in op een structurele aanpak naar een inclusieve gemeente. Dit houdt in dat bij de start van elk nieuw project grondig wordt nagedacht over de
toegankelijkheid voor iedereen, niet alleen voor de fysieke toegankelijkheid, maar ook voor de digitale. Hiervoor werkt de gemeente samen met Inter-Toegankelijk, een Vlaams expertisecentrum rond toegankelijkheid.
Schepen Mustafa Aytar zei dat de gemeente al goed scoort op dit vlak en vooruitgang heeft geboekt, “maar we willen de beste van de klas zijn. We beschikken nu over een
referentiekader waaraan we het beleid kunnen toetsen.”
Els Tiri (rechts op de foto), die zelf in een rolstoel zit, timmert al een halve eeuw aan de weg naar meer toegankelijkheid. Sinds vijf jaar is ze ook voorzitter van de werkgroep die de gemeente bijstaat in deze materie. “Ik ga dit niet los laten, dat weet de burgemeester. Ik blijf aan zijn mouw trekken. We komen van ver, want weet ge dat we in 1976 nog betoogd hebben voor een lift in het oud gemeentehuis. Nu, met het NAC, is alles prima. Dat de mensen van het Klavertje elke week koffie komen drinken bij Moeffa heeft er alles mee te maken dat daar een aangepast toilet is voor hen. In de andere horecazaken is dat er niet.” Els wil dat er in de volgende legislatuur werk wordt gemaakt met een echte adviesraad, omdat de gemeente dan verplicht advies moet vragen. “Toegankelijkheid zou een automatisme moeten zijn zoals duurzaamheid dat nu al is. Mijn man was vroeger de enige kinesist die volledig toegankelijk was. Zo leerde ik hem kennen en ben ik, op de koop toe, met hem getrouwd.”
Wendy Metten, directeur van Inter-Toegankelijk, pleit voor een
Vlaamse wetgeving die afdwingbaar is voor alle publieke gebouwen. “Nu is er een eerder vrijblijvende regelgeving. Het hangt gewoon af van de strengheid van de gemeente. De overheid zou bij nalatigheid sanctionerend moeten kunnen optreden.”
(Jef Lingier)