Toeval bestaat niet, zegt men wel eens. Na de persvoorstelling over de erfgoeddag in de Heemkundige kring, waar veel aandacht naar kunstenares Simone Reynders uitging, ging ik
brood kopen bij de
bio-warme bakker Compani. Daar ontmoette ik, als bij toeval,
Theo Sijbers (foto). Hij nodigde mij uit iets samen met hem te nuttigen. Hij vertelde mij dat hij en zijn vrouw Simone Reynders leerden kennen in 1967, dus 57 jaar geleden al. “Mijn vrouw, Gerarda, gaf les bij Filip Neri in Kaulille,” legt hij uit. “De directrice van Houthalen, die met haar auto naar Kleine Brogel reed, nam haar mee. Zo leerden wij de zusters goed kennen, en zo ook zuster Simone Reynders. Wij kochten vijf kunstwerken van haar. Door de jaren heen schonken wij drie kunstwerken weg aan familieleden. Een doek van Simone verzeilde zo zelfs in Oostenrijk. In 1986 ging ik samen met zusters Lucie en Caroline te voet naar Compostella. Mijn vrouw reisde samen met zuster Simone mee in de wagen. Zij waren onze soigneurs onder weg. Simone Reynders was een echte kunstenares die geen dwangbuis en ook geen kerkinstituut duldde. In onderling overleg trad ze uit het klooster. Ze was
heel religieus maar
geloofde niet in het instituut. In de jaren zeventig was er door de ontdekking van het graf van Toetanchanon een ware manie voor Egypte. Simonne leerde daar een man kennen. Ze leefden kort samen, hun relatie duurde niet lang. Toch schonk ze al haar bezittingen aan die man. Simone had aan sterke persoonlijkheid, ze kon zich niet hechten aan één persoon. Toen ze in Wallonië woonde, kortbij Hoei, waar mijn vrouw en ik meermaals geweest zijn, onderhielden enkele zusters uit Houthalen nog goede relaties met haar. Simone, was toen blut, ze had niks. Ze hielpen haar met voedselpakketten. Ze maakte toen keramieken klinken die ze verkocht om aan de kost te komen. Later werd ze door haar kunst schatrijk. Op haar oude dag wou ze terugkomen naar Houthalen, maar het mocht niet zijn.” Simone Reynders stierf in 2016.
(Jef Lingier)