Het vervallen pomphuis aan de Laambroekvijvers wordt weldra opgepimpt tot duurzaam erfgoed. Het diende tot 1952 om de koolmijn van Houthalen van koelwater te voorzien. Daarna stond het 70 jaar te verkommeren en werd het ingepalmd door de natuur. De gemeente besliste uiteindelijk om dit industrieel relict te laten renoveren en het een eigen hedendaags cachet mee te geven.
“Het wordt de toegangspoort van onze gemeente voor het Kolenspoor,” zegt burgemeester Alain Yzermans. “Het kadert in de klimaattransitie waarbij er opnieuw water wordt opgepompt – niet meer voor de koolmijn, maar voor de vernatting van de droge natuurgebieden die te lijden hebben van de klimaatverandering. Het wordt zoals het doorkijkkerkje van Borgloon een plek van verstilling.”
Ontwerper Joris Moonen zei in zijn toelichting dat hij deze stille getuige weer een nieuw leven wil geven. “Het opgepompte water zal vanuit de toren door het gebouw stromen, sijpelen op een rotstuin en vandaar zijn weg vinden naar een waterspiegel,” aldus de architect. “Bij een hittegolf zoals we die de laatste tijd kennen, zal het water deels verneveld worden, wat dan fijn is voor wie er onder staat. Alle energie wordt opgewekt door zonnepanelen. Hoe harder de zon schijnt, hoe krachtiger de pomp zal draaien. De meeste materialen komen van hergebruik. Zo werken we mee aan een circulaire economie. In de citerne zullen we het aantrekkelijk maken voor vleermuizen die er trouwens nu al huizen. De werken zullen vermoedelijk pas starten in 2025, gelet op de lange procedure die zo’n project moet doorlopen.”
Het budget voor deze werken bedraagt 1 miljoen, helemaal gesponsord door Limburg Sterk Merk, dat onder de auspiciën valt van de provincie. Bij de persvoorstelling waren vandaag tal van personaliteiten aanwezig, waaronder de burgemeester, schepenen Kellens, Verpoorten en Timmers, député voor toerisme Igor Philtjens, de directeur van Visit Limburg en de directeur van Limburgs Landschap. (Jef Lingier) Op de foto's: boven en onder: het vervallen pomphuis; laatste foto onder: ontwerper Joris Moonen. (Jef Lingier)