Zondag stapten een tiental wandelaars in de sporen van Mil Vanput, gids voor het Limburgs Landschap in Hengelhoef, met als opdracht
het vinden van sporen van dieren in het bos. 'Er zijn niet alleen pootsporen, maar ook vraatsporen, nestsporen, braakballen en sporen van uitwerpselen," aldus Mil, die een heuse
poepkaart bij de hand had om die laatste soort sporen te detecteren. Keutels en drollen werden onderweg dan ook vlijtig geanalyseerd. De wandelaars leerden dat de bonte specht ronde gaten maakt in de boom en de zwarte specht ovalen gaten. Bij een dennenboom ontdekten ze dat de boomklever een vogel is die zijn nootjes in een spleet van de boom vastklemt, om die dan met zijn snavel in stukken te hakken. "Hij is ook de enige vogel die zowel de boom kan opklauteren van onder naar boven als terug van boven naar onder," wist Mil te vertellen. Hij zette de wandelaars niet op een dwaalspoor want twee uur later was iedereen op tijd terug in het bezoekerscentrum waar men nog kon nakaarten bij een kop koffie.
(Jef Lingier)