Bij
Limburgse gelovigen leeft de duidelijke vraag om het gewijde ambt open te stellen voor gehuwden en voor vrouwen. Men vraagt dit niet omdat men denkt dat daarmee de problemen rond het priestertekort opgelost zouden zijn maar wel omdat dit meer blijk zou geven van gedeelde verantwoordelijkheid en een modernere visie op het ambt in de Kerk. Dat blijkt uit gesprekken in het kader van het synodaal proces in he
t bisdom Hasselt. Dat proces kaderde in het vorig jaar gelanceerde verzoek van paus Franciscus om alle bisdommen wereldwijd actief te betrekken bij de komende bisschoppensynode.
Een jaar lang is in het bisdom Hasselt hard gewerkt om dit synodaal proces reëel te maken. Het kreeg niet alleen weerklank in de beleidsgroepen van het bisdom maar ook in de plaatselijke gemeenschappen. Het bisdom kreeg meer dan tachtig verslagen van gesprekken in parochies, scholen en verenigingen die in het kader van het synodaal proces werden gevoerd. Die zijn nu gebundeld in een uitgebreid syntheseverslag dat naar Rome gaat. In de gesprekken gaven de deelnemers heel duidelijk en vaak heel concreet hun visie op de Kerk aan.
Uit de gespreksverslagen kwamen vijf thema’s naar boven: gemeenschap, ambt en verantwoordelijkheid, liturgie, getuigenis en vorming én Kerk en wereld. Op het vlak van gemeenschap vormen werd er onder andere op gewezen dat vooral voor de jongere generatie levendige gemeenschappen van wezenlijk belang zijn omdat zij die helemaal niet meer vinden in de klassieke parochie. “We moeten als Kerk loskomen van het ik-gericht zijn en geen grote onverschillige groepering vormen maar leren om een betekenisvolle gemeenschap te zijn die hartelijk, open, warm, inclusief en uitnodigend is voor eenieder”. Inzake ambt en medeverantwoordelijkheid werd onder meer gesteld dat priesters te veel werk hebben maar uit de gesprekken kwam eveneens naar voren dat ze vaak hun werk niet goed kunnen loslaten of toevertrouwen aan anderen. Er klonk ook de vraag waarom alle gedoopten geen beleidsteksten van het bisdom mogen amenderen. Verder werd er duidelijk gepleit voor decentralisatie.
In de liturgie ervaart men te weinig verbinding met het leven en mist men een begrijpelijke en aangepaste taal. “In de buurt vinden we geen kerk waar de priester op een goede, inhoudelijke, bemoedigende en eigentijdse manier voorgaat in vieringen. Onze kinderen en wij voelen ons er niet thuis en vinden geen voeding voor ons geloof”, klonk het in een gesprek met jonge gezinnen. Verder werd onder meer gesteld dat de focus van de kerkgemeenschappen niet alleen op de liturgie mag liggen en dat de liturgie niet gezien mag worden als enige wijze om gemeenschap te vormen. De Kerk staat voor velen veraf van mensen en dit gevoel van wereldvreemdheid straalt af op haar boodschap. Jongeren hebben de indruk dat de Kerk enkel voor eigen volk spreekt, in haar eigen kerkelijke taal. Zij verlangen dat de Kerk meer naar buiten treedt om mensen aan te spreken en dat zij zich inleeft in mensen de verder afstaan van de kerkgemeenschap.
De relatie tussen Kerk en wereld werd bijna in alle gesprekken als problematisch ervaren. De Kerk wordt door velen, binnen en buiten de eigen rangen, beschouwd als wereldvreemd. Met regelmaat werd daarbij verwezen naar standpunten van de Kerk over ethische kwesties en gendergelijkheid. Velen vragen zich af hoe en waarom een Kerk die over een God van liefde spreekt en het evangelie van Jezus Christus verkondigt mensen uitsluit op basis van geslacht of geaardheid, vanwege (hertrouwen na) echtscheiding of bepaalde levenskeuzes.