De Lommelse vogelpopulatie is afgelopen zomer flink uitgebreid. In de
Sahara en Blekerheide alleen verlieten meer dan 1.100 jonge vogels het nest. Hoe men dat weet? “Verspreid over deze twee natuurgebieden hangen 277 nestkastjes voor kleine broedvogels,” legt schepen van milieu Kris Verduyckt uit. “Die worden van april tot augustus nauwgezet opgevolgd en gemonitord door een achttal enthousiaste vogelliefhebbers van
vereniging De Goudvink. Zij beheren al sinds 1960 de nestkasten in onze stad en houden jaarlijks tellingen bij.”
“
Ons werk begint in april, bij het begin van het broedseizoen,” zegt Eugeen Beenaerts van De Goudvink. “Dan doen we onze eerste ronde langs de kasten en tellen we of en hoeveel eieren er aanwezig zijn. In mei, juni en juli volgen opnieuw meerdere controles om te checken hoeveel jongen er effectief uitgebroed en uitgevlogen zijn.” Die tellingen leveren steevast interessante resultaten op. Zo weten we dat er dit jaar ruim 1.100 jongen uitgevlogen zijn. De meest voorkomende soorten zijn de
koolmees (343), de
pimpelmees (253) en de
bonte vliegenvanger (441). Zeldzamer zijn de zwartkopmees (20), de gekraagde roodstaart (27), de boomklever (6), de kuifmees (6) en het roodborstje (5).
“Een mooi resultaat, maar we hebben ook al betere jaren gekend. Het regenachtige en koude voorjaar zit daar zeker voor iets tussen,” zegt Eugeen. “Ondertussen gaat het werk gewoon verder. Afgelopen maand zijn we gestart met het winterklaar maken van de nesten. De kasten worden één voor één proper gemaakt zodat de vogels kunnen schuilen tegen de koude in de winter.”