Volgens kenners die de
vogeltrek al decennia lang volgen, passeerden
nog nooit zoveel trekvogels het oosten van België als afgelopen donderdag, vrijdag en zaterdag. De hoogste aantallen werden geteld ten westen van Lommel,
ter hoogte van Maatheide. Komende vanuit een lange, brede groene zone worden ze daar over smalle stroken tussen de bebouwde kom van de stad en de zandontginningsplassen gedwongen. Ze mijden namelijk open ruimten en vooral uitgestrekte wateroppervlakten.
In 27 uren tijd werden over Maatheide
278.000 vogels geteld. Vrijdag spande de kroon, met bijna 140.000 exemplaren, dus gemiddeld 15.000 vogels per uur. De talrijkste soorten waren de Vink (125.000), de Houtduif (68.000), de Spreeuw (27.600), de Veldleeuwerik (26.500) en de Koperwiek (17.250).
Er sneuvelden zelfs vier Belgische records. Nog niet eerder werden op een bepaalde plaats in het land op één dag zoveel overtrekkende Veldleeuweriken, Vinken, Appelvinken en Sperwers waargenomen als afgelopen week bij Lommel. Onder de trekvogels waren ook zeldzaamheden, zoals de Rode Wouw (10 -
foto onder), de Velduil, de Grote Pieper, de Buidelmees (1) en de Europese Kanarie (2). Van de Boomleeuwerik, de adoptiesoort van Lommel, werden 272 exemplaren geteld.
Doordat de trekbanen van de vogels hier door menselijk ingrijpen zo sterk zijn gebundeld, dragen we
een extra zware verantwoordelijkheid om ze er nu en in de toekomst
een vrije en veilige doorkomst te garanderen. (Tekst Lex Peeters; foto's Pieter Cox)