Dit is het verhaal van Hedi Sahli. Geboren op 14 juli 1990. Afkomstig uit La Marsa, Tunesië. Opleiding/beroep: eerst binnenhuisarchitectuur, tijdens de revolutie veranderde hij naar rechten. Jammer genoeg kon ik het examen in december niet meer afleggen. Hobby's: lezen en schrijven, en zeer actief lid van de organisatie Shams.Ik ben altijd al politiek geëngageerd geweest; dat zit gewoon in mij. Opkomen voor de rechten van de mens, ik vind dat normaal en nodig.
De revolutie van 2010 heeft veel in gang gezet in mijn land, maar er is nog steeds geen vrijheid van meningsuiting. En homoseksualiteit is nog steeds een zonde in Tunesië, strafbaar zelfs.
Ik ben zelf homoseksueel, had ook een vriend. Eerst was het een familiegeheim. Mijn ouders wisten het, verder was het niet echt bekend. Mijn moeder was bang voor mijn veiligheid, maar ze wilde toch vooral dat ik gelukkig zou zijn. Voor mijn vader lag het moeilijker … hij had het heel moeilijk met mijn geaardheid. Nog steeds trouwens. Hij zei altijd dat ik mijn studie moest afmaken, daar hamerde hij altijd op. Voor de rest, zei hij, ben je een vrij mens. Maar hij accepteert mijn homo-zijn niet, ik weet dat. Hij ziet het als een schande voor de familie.
Ik ben een zeer actief lid van Shams, een organisatie die de belangen van holebi’s en transgenders in Tunesië verdedigt. We strijden voor de afschaffing van artikel 230, dat homoseksualiteit in Tunesië strafbaar maakt. Ondanks de revolutie is dit artikel nog steeds niet geschrapt. In maart 2015 ben ik actief beginnen op te komen voor de rechten van holebi’s: ik deed interviews, trad naar buiten met mijn geaardheid. De gevolgen waren niet mis. Ik kreeg erg veel negatieve reacties, werd aangevallen bij de bakker, nageroepen en bespot. Zelfs de profs op de universiteit deden anders.
Tunesië is een zogezegd veilig land, maar ik vind het zo belangrijk dat iedereen weet hoe moeilijk het is om er te leven ... Ik heb vrienden die in de gevangenis zitten, alleen omdat ze homo zijn. Homo’s worden schandalig behandeld. Er wordt bijvoorbeeld een anaal onderzoek gedaan om te bewijzen dat iemand homo is. Wie “schuldig” is aan homoseksualiteit, begaat een misdaad. Ik ben zelf op een bepaald moment klacht gaan indienen bij de politie omdat ik aangevallen was, maar het enige dat het me heeft opgeleverd, was een nieuw pak slaag. Van de politie. (Stilte)
In de nacht van 1 op 2 december 2015 stond mijn oom, die bij het ministerie van Binnenlandse Zaken werkt, ineens aan mijn deur. Hij liet me een document zien waaruit bleek dat ik niet meer veilig was. Mijn oom raadde me aan om vanaf dan binnen te blijven. Ik heb daarover nagedacht, maar zo wilde ik niet leven. Opgesloten in mijn huis, steeds over mijn schouder kijkend. Ik wilde vechten voor de rechten van de holebi's, maar ik besefte heel goed dat dit in Tunesië niet meer mogelijk was voor mij.
De volgende ochtend ben ik vertrokken. Ik heb zelfs geen afscheid genomen, ben ‘gewoon’ op het vliegtuig naar Parijs gestapt. Daar kon ik een drietal weken terecht bij familie, maar helaas accepteerden twee van mijn neven mijn geaardheid ook niet. Ook zij begonnen me aan te vallen, vooral via Facebook. Homoseksualiteit ligt zo moeilijk in onze cultuur, het is bijna ongelooflijk en de angst en de haat gaan heel ver. Een man die op zijn 23e nog niet getrouwd is, heeft een probleem en wordt enorm onder druk gezet om een vrouw te zoeken en te trouwen. Voor meisjes is het nog erger, zij worden gewoon gedwongen om te trouwen. Met alle gevolgen vandien. Ik ken heel veel mensen die zelfmoord hebben gepleegd omdat ze zichzelf niet konden zijn, omdat ze niet vrij konden zijn in hun liefde en relaties.
Mijn mooiste herinneringen heb ik gemaakt met mijn vrienden. Met zes waren we en als we samen waren, konden we praten, lachen, alles vergeten. We zien elkaar niet meer, we zijn her en der verspreid geraakt. Een paar jongens zijn naar Frankrijk gevlucht. Ik hoop dat we ooit weer samen kunnen zijn.
Met Chams zijn we wel goed bezig. In mei van vorig jaar heeft een Tunesische rechter onze organisatie tegen het advies van de overheid in een legaal visum gegeven, een erkenning eigenlijk.
Dat betekende dat we uit de schaduw konden treden, dat we legaal manifestaties, congressen en vergaderingen konden organiseren. Een belangrijke overwinning, hoewel de overheid er alles aan doet om ons weer het zwijgen toe te doen. Maar toch, we boeken vooruitgang. We hebben nu bijvoorbeeld ook een afdeling in Parijs en ik ben door het Europees parlement gevraagd om te komen spreken.
Wat ik nu pas begin te beseffen, en wat me erg veel pijn doet, is dat ik mijn familie en mijn land heb moeten opgeven om vrij te kunnen zijn. In het begin stond ik daar niet zo bij stil, zag ik het misschien ook nog als een avontuur, maar intussen besef ik wel dat ik waarschijnlijk nooit zal teruggaan. Mijn leven daar is voorbij en dat vind ik moeilijk te aanvaarden. Waarom moet ik zoveel opgeven, gewoon omdat ik homo ben?
Mijn procedure hier is gestart; ik heb een goed dossier. Ik probeer positief te zijn, vooruit te kijken...
Weet je wat ik fijn vind, een verademing? Dat er hier wetten zijn die me beschermen. Dat wens ik alle holebi’s toe: veiligheid en geluk. (
Foto : Mariebouly Photography)