Dit is het verhaal van Hellal. Hij is geboren op 27 augustus 1986 en afkomstig uit Bati Kot in Afghanistan (een district in de provincie Nagharar). Als opleiding volgde hij BBA Finance en werkte als financial auditor voor het ministerie. Zijn hobby's zijn cricket, snooker en fitness."Ik studeerde aan de Cecos University, een hoog aangeschreven universiteit in Pakistan. Mijn ouders beslisten om me niet in Afghanistan, maar in Pakistan te laten studeren omdat het onderwijs er beter is, van een hogere kwaliteit, zeker op het gebied van Informatica en Engels. Ik volgde een opleiding in infomatietechnologie. Ik ben blij dat ik de kans kreeg om daar te studeren, tegenwoordig geraak je er zonder beurs niet binnen.
"Ik werkte eerst voor een klein Amerikaans bedrijf, dat cement exporteerde. Ik werkte er zes maanden als accountant. Daarna ging ik als financial auditor voor het ministerie werken.
"Het is moeilijk om werk te vinden, zeker als je laag geschoold bent, maar zelfs als je hoog opgeleid bent heb je aanbevelingen nodig. Er is erg veel corruptie in ons land. Als je niemand hebt die je aanbeveelt, is het zeer moeilijk een goede job te vinden. Ik had geluk… Ik startte voor een Amerikaanse organisatie en zij kijken gewoon naar je competenties in plaats van naar je relaties.
In Afghanistan woonde ik bij mijn ouders, twee broers en twee zussen. Mijn broer van 17 jaar werd vermoord, op 26 juni 2015. Ze hebben hem ontvoerd en vermoord, om mij te raken. Ik zal jullie het hele verhaal vertellen.
"Het gebeurde tijdens de ramadan, de dag van het feest. Ik was op weg naar huis toen een goede vriend belde. Hij nodigde me uit bij hem thuis. Ik had eerst thuis afgesproken om samen met de familie te vieren. Nadien vertrok ik naar mijn vriend. In het begin was het heel gezellig daar, ik had hem lang niet gezien. Hij had ook nog andere vrienden uitgenodigd en we vierden allemaal samen. Wat ik niet wist, was dat mijn vriend intussen aangesloten was bij de taliban en ook een aantal anderen die daar waren. Ze wisten wat ik gestudeerd had en waar ik werkte. Ze zeiden me dat ze me een kans wilden geven om een betere job te vinden, dat ik enkel iets voor hen moest doen in ruil. Ik moest een pakket meenemen naar mijn werk, dat was alles. Ik wist dat ze een bom bedoelden. Omdat ik voor het ministerie werkte, wilden ze op die manier belangrijke mensen raken.
"Helemaal van de kaart vertrok ik naar huis. Ik was zo kwaad. Ik belde mijn vriend op, zei hem dat hij het zelf moest weten als hij lid wilde zijn van de taliban maar dat hij me in een serieus moeilijke situatie gebracht had en dat ik niets meer met hem te maken wilde hebben. Ik dacht dat dit het einde was van het verhaal.
"Maar kort erna werden de mensen die aanwezig waren op dat feest gearresteerd, behalve mijn vroegere vriend. De taliban verdacht mij van verraad en ging achter mijn familie aan. Ze vermoordden Omar, mijn jongere broer. Na de dood van Omar was ik heel bang. Ik durfde ook niet naar mijn werkgever te gaan. Op dat bewuste feestje waren foto’s genomen. Mijn werkgever zou kunnen denken dat ik ook lid was. Mijn ouders vonden dat ik best kon vertrekken. Ik heb enkel nog contact met hen, mijn andere broer is ook gevlucht..
"Ik probeerde eerst naar Pakistan te vluchten, maar daar is taliban ook aanwezig. Ik kreeg er ook geen documenten om te blijven. Iran zou ook geen optie zijn, daar krijg je als Afghaan geen kansen. Vreselijk is het. Dus ik verbleef bij familie, betaalde 150.000 dollar aan een smokkelaar, maar ze konden me niet echt helpen. Uiteindelijk vertrok ik met het vliegtuig naar Iran, waar ik één maand verbleef, dan ging ik verder - deels per auto en deels uren te voet - naar Turkije. In Turkije bleef ik drie weken, ik ontmoette andere vluchtelingen en een smokkelaar die me verder hielp. We vertrokken per truck en al wandelend gingen we naar Bulgarije, Sofia. Dat was de hel, ik ontmoette er vreselijke mensen. Omdat we illegaal waren, werden we gearresteerd. We vlogen de cel in, zonder eten of drinken. Ongelofelijk wat ik daar allemaal gezien heb. De politie sloeg een jongen van dertien gewoon bewusteloos. Ik ben een man en kan tegen een stootje, maar die jongen was nog een kind.
"Ze verplichtten ons om onze vingerafdrukken te geven. In ruil kregen we gewoon een document dat we er vijf dagen mochten verblijven, dat was het. Vlak tegen de Servische grens, werden we opnieuw gearresteerd. Ze lieten honden op ons los en namen mijn geld, GSM, gewoon alles. Ik begrijp niet dat dit mogelijk is in een land dat deel uitmaakt van Europa. De menselijkheid is verdwenen. Er worden massaal klachten geregistreerd over dit wanbeleid in Bulgarije, maar Europa doet er niets aan… Onvoorstelbaar. En nu komt daarbij dat ik dus geregistreerd ben in Bulgarije en nu in de Dublin-procedure zit. Ik wacht op verder advies van de commissie. Ik wil echt overal naartoe maar niet naar Bulgarije. Dat is de enige plaats waar ik absoluut nooit meer wil komen.
"Nadien kwam ik in Servië, wat een verschil, de vriendelijkste en warmste mensen, zoveel liefde dat we kregen. Ze hebben zelf oorlog gekend dus ze weten wat het is. Ze geven je werkelijk alles. Via Kroatië, Slovenië, Oostenrijk en Duitsland belandde ik op 1 december in België. Op 12 januari kwam ik in Lommel terecht.
"Mijn klederdracht is typisch Afghaans, het heet een
tumban. Ik kreeg deze outfit cadeau van een vriend die in Antwerpen verblijft. Ik doe het enkel aan, als ik mijn familie mis…
"Ik ben hier alleen toegekomen. Ik bezoek mijn vriend soms in Antwerpen, het is een prachtige stad en ze hebben ook een echte snookerclub. Ook ging ik al naar Brussel. Ik heb er een vriendinnetje. Ze heet Chazia en is 23 jaar, ze is geboren in Afghanistan. Ik heb haar ontmoet in Kabul. Ik zou graag bij haar willen zijn en haar ouders ontmoeten.
"Maar ik ben in Afghanistan getrouwd - dit is zo geregeld door mijn ouders - en heb ook een baby, Omar, genoemd naar mijn overleden broer. Hij is zes maanden, hij is geboren tijdens mijn vlucht dus ik heb hem nog nooit gezien. In Afghanistan is het normaal om meerdere vrouwen te hebben, je mag vier vrouwen hebben. Mijn vader heeft twee vrouwen. Het was mijn ouders’ wil dat ik trouwde met mijn vrouw, en ik respecteer dat. Als ik ooit een dochter heb, zou ik wel het liefst hebben dat ze trouwt met wie ze graag ziet, niet gearrangeerd…
"Ik hoop dat ik hier in België mag blijven en een master kan behalen. Ik hoop mijn vrouw en kind hier te krijgen. Daarna wil ik graag, zodra het veilig is, terug gaan. Ik hou van mijn land. Afghanistan is een mooi land, de natuur is prachtig: bronnen, bergen, watervallen, … Alles wordt afgebakend door taliban nu. Ik denk dat het probleem niet makkelijk opgelost kan worden, maar ik heb hoop. Ooit zullen we naar één land, één natie gaan. Afghanistan zal dan mensen nodig hebben die hoog opgeleid zijn om alles terug op te bouwen. Dus wil ik graag hier verder studeren en ooit mijn land mee terug opbouwen."
(Foto © MarieBouly Photography)