Dit is het verhaal van Saïd Aziz Romani. Geboren op 2 februari 1992.
Afkomstig uit Ghazni, Afghanistan. School: tot 17 jaar secundair,
geslaagd voor het toegangsexamen voor de universiteit en drie maanden
management gestudeerd. Hobby's: voetbal. Ook in Lommel voetbalt hij
regelmatig. “Ik kom uit Ghazni, het hart van de Taliban. Toen ik nog een kind was, was het daar al oorlog, ik kan me niets anders herinneren dan bombardementen en geweld. We leefden steeds in angst. Wanneer iemand in Gazhni boodschappen gaat doen, weet je nooit of die nog terug naar huis zal keren. In 2006 startte er in Ghazni een Pools en Amerikaans Provincial Reconstruction Team (PRT). Zo’n team helpt de lokale regering op verschillende vlakken om terug stabiliteit te brengen. Ze hebben veel positiefs gerealiseerd voor ons land. Ik deed vaak boodschappen voor de soldaten, omdat ze zelf de stad niet in konden omwille van hun veiligheid. Zo heb ik vlot Engels leren praten. Ik ben hen heel dankbaar!
"De Taliban heeft de laatste jaren terrein gewonnen, de situatie is erg achteruit gegaan. Het Amerikaans leger heeft zich teruggetrokken. De Afghaanse autoriteiten vechten verder maar zij zijn helaas niet sterk genoeg. Zelf had ik naast mijn studies een goede job, ik werkte als chauffeur voor de districtsgouverneur. Maar ik werd al snel bedreigd door de Taliban. Via de telefoon vroegen ze mij om een bom te doen ontploffen en de districtsgouverneur te doden. Ik weigerde. De districtsgouverneur was goed voor mij, hij betaalde correct mijn salaris. Dit is de manier van werken van de Taliban. Ze bedreigen alle jongens, ze willen hen rekruteren. Als je je bij hen aansluit krijg je wapens en verplichten ze je om alle niet-moslims te doden. Ze willen dat je zuur gooit in het gezicht van de meisjes. Dat zijn hun dagelijkse praktijken. Er studeren amper vrouwen aan de universiteit, ze zijn te bang. Enkel degenen die bescherming krijgen, kunnen studeren.
"
(Boos) Ik voel alleen haat voor de Taliban, een mensenleven is voor hen niks waard. Het zijn beesten. Ze jagen alle jonge mannen die zich weigeren aan te sluiten weg. Daarom zijn er zoveel jonge Afghanen op de vlucht. Zo ging het ook bij mij. Op een bepaald moment kreeg ik een dreigbrief waarin stond dat ze me wel zouden vinden...
(Saïd toont een brief, onderaan de stempel van de Taliban).
En toen wist ik hoe laat het was. Mijn leven was in gevaar. Mijn vader heeft nog proberen te bemiddelen maar dat lukte niet. Mijn nonkel kende een smokkelaar, ik heb hem betaald en ben vertrokken. Mijn familie en mijn verloofde Fyeshta liet ik achter.
"We zijn met ongeveer veertig mensen vertrokken: met auto's, soms een paar dagen te voet, op een bepaald ogenblik met 25 op een aanhangwagen… Ik kan me niet meer veel herinneren over de vlucht, ik denk dat ik het verdrongen heb. Uiteindelijk zijn we met vier personen in België aangekomen. We waren drie maanden onderweg.
Ook de smokkelaars zijn vreselijke mensen, ze bedreigden ons constant. Ze hebben mijn telefoon kapot gemaakt. Ik heb geen enkele foto meer van thuis, ook niet van mijn geliefde.
Ik weet nog goed toen ik verliefd werd op Fyeshta, drie jaar geleden. Dat is mijn mooiste herinnering. We zijn drie jaar heel gelukkig geweest samen. Ik kon haar niet meebrengen, de vlucht is te gevaarlijk, vrouwen worden vaak verkracht onderweg.
"Liefst wil ik terugkeren naar Afghanistan, ondanks alles ben ik daar ook gelukkig geweest. Maar eerst moet de Taliban weg. Ik ben weinig hoopvol, ze zijn erg sterk en het lokale bestuur krijgt de situatie moeilijk onder controle.
"Ik vind het belangrijk dat iedereen weet dat ik ginds voldoende geld had, een goede job, en dat ik wilde studeren. Enkel omdat ik in levensgevaar was, ben ik naar hier gevlucht. Voor de eerste keer in mijn leven is het rustig en hoor ik geen bombardementen. Ik ben jullie dankbaar dat ik naar hier mocht komen. Mijn grootste wens is dat ik mijn studies verder kan zetten!"
(Foto ©MarieBouly Photography)