Het begon met een vrolijk toneelstuk rond Professor Skibidi en zijn twee assistenten, Bink en Bonk. De professor had een spectaculaire ontdekking gedaan, maar moest voorzichtig zijn: een rivaliserende groep ontdekkingsreizigers mocht er niet achter komen. Daarom moesten de kinderen met de professor en Bink en Bonk in stilte door het gebouw van GT Kolonie sluipen.
Daarna wachtte hen een uitdagend hindernissenparcours vol klimmen, kruipen en evenwicht bewaren tot op het volgende voetbalveld. Ze moesten goed het parcours volgen want de grond was lava. Maar toen de professor daarna een nieuwe schatkaart bovenhaalde, liep het mis: Bink en Bonk wilden allebei de kaart, kregen ruzie, en… de kaart scheurde in stukken! Nu kon niemand de schat nog vinden...
Om uit te maken wie de beste assistent was, werden de kinderen verdeeld in twee groepen: de Paashaasjes en de Paasklokken. Elk team bouwde een eigen kamp en kleurde een paashaas of een paasklok.
Daarna begon het grote spel waarbij de kinderen zo veel mogelijk kaartjes van de tegenpartij moesten verzamelen. Met die kaartjes trokken ze naar Professor Skibidi, die ze inruilde voor stukken van de gescheurde schatkaart. En dan gebeurde er iets moois: de twee kampen besloten hun puzzelstukjes samen te leggen. Want samen sta je sterker en door samen te werken bereik je meer. Met de volledige schatkaart in handen trokken alle kinderen samen op ontdekkingstocht in het bos. De Paasklok had daar overal lekkernijen verstopt. Het werd een vrolijke zoektocht vol opwinding en plezier.
Na het zoeken werden alle paaseieren verzameld en meegenomen naar de kantine van GT Kolonie. Daar wachtten verse wafels en drankjes voor iedereen. Terwijl de kinderen genoten, werden de eieren zorgvuldig en eerlijk verdeeld in zakken, zodat elk kind evenveel grote en kleine paaseitjes mee naar huis kreeg.