Een zeventienjarige leerlinge krijgt na de deliberatie een C-attest. Niks bijzonders.
Voor alle duidelijkheid: een A-attest betekent ‘geslaagd’. Een B-attest geeft toelating tot een volgend jaar, maar niet in de richtingen die op het document vermeld worden. C betekent onherroepelijk overzitten.
Deze leerlinge kreeg een C. Ze was immers gezakt voor vier (!) vakken. Nee, de tekorten waren niet zo groot, een paar procentjes maar. Maar het waren vier vakken! Vier! Economie, Frans, Engels en Duits! Op de afdeling Economie – Moderne Talen nota bene!
Een ‘wijze’ rechter heeft de school met een fikse dwangsom verplicht om het wicht een A-attest te bezorgen.
Ze lijdt aan dyslexie en een concentratiestoornis. De motivering van het vonnis: de school had onvoldoende inspanningen geleverd om die handicaps op te vangen.
Nu herinner ik mij uit mijn carrière in het Lommelse Provil nog verdomd goed dat het hele lerarencorps grote inspanningen leverde om leerlingen met een stoornis te helpen. En ik kan maar niet geloven dat dat tegenwoordig anders is. Ik herinner me ook nog levendig hoe ernstig evaluatievergaderingen verliepen. Beslissingen werden overwogen en gemotiveerd. Wij hadden immers zelf ook kinderen.
De toestand is wel behoorlijk veranderd. Veel ouders lijken doordrongen van het idee ‘mijn kind schoon kind’. En de school moet liefst al hun problemen oplossen. Anders komt er een rechtszaak.
Hoe leerkrachten daarmee omgaan is hun probleem!
Toen ik onlangs ’s morgens toevallig in een middelbare school was, vielen er een paar druppels. Een moeder – ze woont er om de hoek – bracht haar grote lummel van een zoon met de auto tot vlakbij de ingangsdeur. Hij mocht eens nat worden! Ze wond zich zichtbaar op omdat andere leerlingen niet snel genoeg opzij sprongen.
Ja, ik heb daar een mening over. Neen, ik schrijf ze best niet neer.
Ik denk veel te ouderwets, zeker?
Chel Driesen