We hadden ons voorgenomen om er een rustige kerstavond van te maken. De lege stoel aan tafel vulden we aan met de warmte van elkaar. Maar ik had de voortekens moeten zien. Het begon met de bevroren kalkoen, die ik te laat uit de vriezer had gehaald. Domweg vergeten om ‘kalkoen’ in mijn agenda te zetten. Al was ‘kieken’ misschien beter geweest. Ons ma zei vroeger al 'ge gaat uwe kop nog eens vergeten’. Ze krijgt nog ooit gelijk, al zal het geen gezicht zijn.
Het tweede voorteken was de oven zelf, die al een tijdje moeilijk deed. Ik dacht dat het aan de knoppen lag.
De oven had de hele dag op volle toeren en hoge temperaturen gedraaid. De tweede ovenschotel stond een tijdje te pruttelen toen het gebeurde. De deur van de oven sprong plots met een luide knal open. Maar het klonk het niet als ‘knal’, eerder als ‘baaf’. Of zoiets. Het hele gezelschap viel van zijn stoel. Ook omdat meteen het licht uitviel. Alsof dat sympathiseerde met de oven.
Het had erger kunnen zijn, mocht ik bijvoorbeeld net een kijkje hebben genomen bij de oven. Maar toegeven, het was een oud beestje. De oven bedoel ik, niet de kalkoen. En de voortekens waren er.
Misschien wist de oven dat ‘knaldrang’ tot woord van het jaar was gekozen. En dat we geen ‘knalfeest’ wilden.
Och, 2021. Mocht ik een eindbalans opmaken, kan ik zeggen dat het niet het beste jaar der jaren was. Maar daar waag ik me niet aan. ‘Na tweeëntwintig jaren in dit leven’, oké, maar toch niet elk jaar. Je wordt van dat achteromkijken niet altijd even vrolijk.
Maar kijk, ik gooi het jaar 2021 er samen met de oven uit. Ze mogen allebei beschikken. Wat mij betreft is het oven en uit.
Rudi LAVREYSEN