Onze mannen moeten er telkens mee lachen. Als vader tijdens de veel te late uren van een familiefeest zijn eigenste dans uit zijn stramme benen schudt. Het is een dans die je in de donkere jaren ’80 zeker onder de knie moest krijgen. Of je hoorde er niet bij. Ons hoofd hing trouwens bijna onder onze knieën.
Het leek alsof je ergens op een veld bloemen stond te plukken. Ik heb er wellicht mijn pijnlijke rug aan over gehouden. Het eindigt er telkens mee dat ze me proberen na te doen. En maar lachen.
Ze kunnen er zich weinig bij voorstellen, dat ook wij ooit ergens op een dansvloer of een festivalterrein de beentjes hebben geschud. Toch zo niet. Maar het was zo in die tijd. Je stelde je er weinig vragen bij. Maar goed ook. Toch waren we tamelijk boze jonge mensen. Alsof je altijd een beetje krom moest lopen en kwaad zijn op de wereld. Het waren dan ook donkere tijden, met rode telefoons van presidenten en hun vingers waarmee ze op een knop konden duwen. Maar die donkere tijden zijn het nu ook. Ik zie de jonge mensen nu toch niet zo boos kijken zoals wij dat toen deden. Maar goed ook.
De voortreffelijke acteur Michael Gambon, die ons vorige week is ontvallen, verwoordde het treffend als professor Dumbledore in de Harry Potter filmreeks, naar de boeken van J.K. Rowling. Maar toch eerst even zeggen dat zijn schitterende rol als The Singing Detective me evenzeer is bijgebleven. Ook al uit die jaren ’80, naar het werk van Dennis (echt waar) Potter. Maar nu die quote van professor Parkamentus, zoals zijn naam in het Nederlands klinkt:
“Je kan altijd geluk vinden, zelfs in de donkerste tijden. Zolang je er maar aan denkt om het licht aan te doen.”
Rudi LAVREYSEN