Het stadsbestuur heeft nu ook
een officieel schrijven overgemaakt aan het Nederlandse Ministerie van Economische zaken in verband met de mogelijke
schaliegaswinning in het grensgebied. De Nederlandse overheid wil een visie opmaken die aangeeft of én waar in Nederland winning van schaliegas kan plaatsvinden. Daartoe onderzoekt men momenteel wat de gevolgen en risico’s zijn op het vlak van milieu. Het stadsbestuur vraagt in de brief dat een 12-tal
onderzoeksvragen en aanbevelingen worden meegenomen in het Nederlandse plan,
gaande van de
impact op de breuklijnen en
een kosten/batenanalyse tot
een onderzoek naar de invloed van de trillingen op Seveso-bedrijven in
Lommel en omgeving en de
mogelijke impact op onze waardevolle
natuurgebieden.Burgemeester Peter Vanvelthoven betreurt niet alleen het feit dat er voorafgaandelijk aan de conceptnotitie vanuit de Nederlandse overheden
géén grensoverschrijdend overleg gepleegd is. De plannen zijn bovendien strijdig met de beleidskeuzes van de stad Lommel. “De industriële activiteiten van begin tot midden vorige eeuw hebben lange tijd een zware last gelegd op Lommel en omliggende gemeenten. De uitstoot van zware metalen als cadmium, zink en lood en het (her)gebruik van zinkassen hebben gezorgd voor een historische vervuiling van de regio (zowel bodem als grondwater)”, zegt Vanvelthoven. “Het stadsbestuur heeft jarenlang geijverd voor een grondige sanering van deze vervuiling. We kunnen daarom
niet instemmen met schaliegaswinning waarbij chemische producten in de grond worden gebracht en waarbij er kans is op (mogelijk grootschalige) bodem- en grondwatervervuiling van de regio.”
“Daarnaast heeft de stad Lommel de afgelopen jaren op vlak van energie en energiewinning maximaal de kaart getrokken van duurzame, hernieuwbare energie”, vult schepen van milieu Kris Verduyckt aan. “Met onder andere energiepremies voor de inwoners en de bouw van nieuwe windmolens. De winning van schaliegas staat fundamenteel haaks op onze visie om maximaal in te zetten op het gebruik van duurzame, zuivere energie en te kiezen voor een klimaatneutraal beleid.”