Hoe voelt het om te leven in oorlog, elke dag opnieuw? Wat betekent het om geliefden te moeten achterlaten, zonder te weten of je hen ooit nog terugziet? Tijdens een ingetogen vredescirkel gisterennamiddag kregen tientallen aanwezigen het antwoord uit eerste hand. Twee mensen met roots in Gaza deelden er hun persoonlijke verhaal. De combinatie van woord, stilte en verbondenheid maakte diepe indruk. “Dit raakt je in het hart,” zei een aanwezige na afloop.
De vredescirkel was een initiatief van Mark De Vroede in samenwerking met het Franciscushuis Lommel. Het initiatief wilde een lokaal antwoord bieden op de toenemende wereldwijde spanningen en een warme ruimte creëren voor getuigenis, bezinning en solidariteit.
De namiddag begon met een oproep tot
menselijkheid. “Hoe verschrikkelijk moet het zijn om slachtoffer te zijn van oorlog?”. Voor velen blijft het moeilijk voorstelbaar. Maar voor
Barah (foto 2 onder), een 19-jarige jongeman uit Gaza, is het harde realiteit. Op jonge leeftijd moest hij zijn ouders achterlaten om zelf te kunnen overleven. “Toen al was het gevaarlijk,” vertelt hij. “Vandaag is het nog erger geworden. Contact met mijn familie is moeilijk. Vaak is er geen elektriciteit of internet. Ik hoor soms dagen niets van hen en weet niet of ze nog leven.” Barah sprak ook over de angst die elke dag domineert, over een bom die vlak naast het huis viel en gelukkig niet ontplofte, en over vrienden die hij verloor. “Mijn broer is twee keer bijna omgekomen toen hij eten wilde halen.. Dat tekent je. Daarom ben ik hier. Om de stem te zijn van mensen die dat zelf niet kunnen. Voor de kinderen, voor de moeders, voor de vaders, voor iedereen die geen veiligheid kent.” Zijn getuigenis was eenvoudig, maar krachtig. Zonder grote woorden, maar met voelbare emotie bracht hij een beeld van een leven dat niemand zich zou moeten kunnen voorstellen, laat staan ervaren.
Na Barahs getuigenis werd twee minuten stilte gehouden. “De stem van de stilte is het krachtigste signaal van verzet,” zei Mark De Vroede. Enkel verbondenheid in stilte. Op de gezichten van de aanwezigen stond bezinning te lezen, maar ook verdriet, verontwaardiging en hoop.
Daarna volgde de getuigenis van de
familie Nigim, die een zestal jaar geleden uit Gaza wist te vluchten. "Gaza is amper 40 kilometer breed en 60 kilometer lang. Het is volledig ingesloten. Alles wordt gecontroleerd: voedsel, medicatie, brandstof. Wie eruit wil, moet geluk hebben of veel geld.” De vergelijking met een gevangenis viel.
De vredescirkel zelf was meer dan een luistermoment. Het was ook een
symbolisch gebaar. De aanwezigen – van jong tot oud – stonden zij aan zij op de trappen van het Huis van de Stad, gekleed in het rood of met rode dekens en sjaals. Samen vormden ze een
rode lijn. Een duidelijk signaal dat de morele grens van geweld, oorlog en onverschilligheid is bereikt. “De rode lijn is een grens die we trekken,” zei initiatiefnemer Mark De Vroede. “Niet met stenen, maar met mensen. Mensen die zeggen: tot hier en niet verder.” “Elke stem telt, elke stilte helpt,” werd nog eens benadrukt. “Zolang mensen zich uitspreken, is er hoop.”
Samen en onder begeleiding van Mark de Vroede op gitaar en mondharmonica werd “
Blowin’ in the Wind” gezongen, het iconische vredeslied van Bob Dylan. De melodie, zachtjes meegezongen door velen, klonk tegelijk breekbaar en krachtig. Voor veel aanwezigen was het een intense ervaring. Sommigen kwamen voor het eerst in aanraking met de persoonlijke verhalen achter het nieuws. Anderen kwamen bewust uit solidariteit, of gewoon om erbij te zijn. Wat hen allen verbond, was
de wil om niet weg te kijken.
De vredescirkel in Lommel toonde dat solidariteit geen grote woorden nodig heeft. Enkel open oren, warme harten en de moed om samen te komen.
Meer foto's.