De afgelopen 13 jaar zijn er heel wat inspanningen geleverd om de sterk bedreigde
lentevuurspin niet te laten uitsterven in Vlaanderen. Tot 2018 bevond de grootste Belgische kolonie zich in
Lommel, maar de aanleg van het zonnepanelenpark op Kristalpark III zorgde, volgens een wetenschappelijke berekening, voor het
verlies van tienduizenden exemplaren. Om uitsterven tegen te gaan, zijn er tussen 2009 en 2021 meer dan 2000 exemplaren verhuisd naar nieuwe locaties. Daarvan zijn er zeker nog een viertal bewoond. Of de verhuisoperaties ook op lange termijn geslaagd zijn, is nog niet te zeggen.
Het is een wilde rit geweest, zegt Natuurpunt: de immense inspanningen -vaak door vrijwilligers- die sinds 2010 gedaan zijn om een indrukwekkende populatie met tienduizenden exemplaren van de lentevuurspin te verplaatsen naar andere locaties. Het was een onmogelijke opdracht, dus uiteindelijk werd 'slechts' een deel van die 'reuzenkolonie' verplaatst. De reden voor die operatie was het feit dat de plaats waar de populatie gevestigd was, bestemd is als industriegrond. Daar gebeurden al allerlei ontwikkelingen die het leefgebied van de spin onherroepelijk vernietigen en die evolutie zet zich vandaag nog volop verder.
Een groep van natuurbeschermers zag dit gebeuren en besloot de hand aan de ploeg te slaan en zoveel mogelijk lentevuurspinnenpopulatie te redden door exemplaren te verhuizen naar beter beschermde gebieden.
Tussen 2009 en 2021 zijn zo meer dan 2000 exemplaren verhuisd naar een 8-tal nieuwe locaties, waarvan er voorlopig zeker een 4-tal nog bewoond zijn. Of de verhuisoperaties ook op lange termijn geslaagd zijn, is nog niet te zeggen.
Naast het gegeven van het verdwijnende habitat op de industriegronden van Kristalpark III levert de levenswijze van de lentevuurspin zelf ook enkele argumenten tot ingrijpen:
ze verspreidt zich heel moeizaam. Jongen die het nest verlaten, gaan zich in tegenstelling tot veel andere spinnensoorten niet via ‘
ballooning’ (het uitscheiden van een spinnendraad tot die genoeg wind vangt om de spin mee te voeren) verspreiden en vestigen zich vaak in een straal van enkele tientallen centimeters van dat nest. Obstakels als lokale autowegen vormen voor deze soort een onoverbrugbare barrière. Samen met een extreem versnipperd landschap vormt dit een dodelijke cocktail die maakt dat leefgebied, waar deze soort om de een of andere reden verdwijnt, ook nadat het terug geschikte habitat wordt, niet op natuurlijke wijze kan gekoloniseerd worden. De facto zit men dan met een uitdoofscenario voor de lentevuurspin in Vlaanderen.
Ook de wereldwijde situatie van de lentevuurspin is erg precair. De soort komt alleen voor in Noordwest-Europa, met een beperkt aantal populaties, en soortgerichte beschermingsmaatregelen zijn eerder schaars. Dit maakt dat ook Vlaanderen een belangrijke verantwoordelijkheid draagt in het voortbestaan van de soort. De lentevuurspin is dan ook aangeduid als Vlaams Prioritaire Soort en is een provinciaal prioritaire soort in Limburg.
Hoe staat het met de lentevuurspin in België?
De Belgische verspreiding van de lentevuurspin beperkt zich momenteel tot locaties in Vlaanderen. Op dit moment is de soort met zekerheid aanwezig op acht locaties. Vier daarvan zijn oorspronkelijke vestigingen terwijl vier andere plaatsen zijn waar de soort via translocatie belandde. Vier locaties bevinden zich op grondgebied Lommel, drie op grondgebied Hechtel-Eksel en één in Genk. Wat opvalt is enerzijds dat de toestand van drie populaties nog onbekend is en dit omwille van hun recente ontstaan (pas na een translocatie in het jaar 2021) of ontdekking (één populatie werd pas in 2022 ontdekt). Anderzijds is duidelijk dat de gekende toestand niet positief is en dat stemt ook overeen met het algemeen aanvoelen van de mensen die bij de monitoring-, behouds- en beschermingsactiviteiten rond de lentevuurspin betrokken zijn.
In 2018 verlor men het allergrootste deel van de grootste Belgische kolonie. De aanleg van een zonnepanelenpark op Kristalpark III zorgde volgens een wetenschappelijke berekening voor het verlies van tienduizenden exemplaren. (Foto Luc Beysen)