De coronamaatregelen en de lockdown zijn voor iedereen moeilijk om dragen, maar voor sommigen weegt het
soms nóg zwaarder... Zoals o.a. mensen die alleen wonen, geen kerngezin of nabije familie hebben, en die geïsoleerd in hun vaak kleine studio of appartement zaten. Bij het Inloopcentrum merkten ze deze problemen op, en zij zagen in hun doelgroep
vooral veel vereenzaming. Straathoekwerkster Elke de Visser: "Ook bij mensen die wel een gezin hebben, maar opgesloten zaten in een te
klein appartement of slechte woning, zagen we door de isolatie ook veel
frustratie door het op elkaars lip zitten in een te kleine, ongeschikte
ruimte. En toen we vanaf mei weer beperkt opengingen voor verkoop
van afhaalmaaltijden, mondmaskers, maaltijden op bestelling,… merkten we
dat veel mensen nog wegbleven. Soms uit
angst om buiten te komen en
ziek te worden, maar soms ook omdat ze gewoon niet wisten dat we open waren."
Omdat het inloopcentrum voorlopig de normale werking nog niet kan hervatten, zijn ze op zoek gegaan naar alternatieve manieren om hun bezoekers terug met elkaar en met hen te verbinden. Door zélf naar de mensen toe te gaan willen ze hen laten weten dat ze gemist en niet vergeten worden. Elke: "Vorige week zijn we gestart met onze VIP-leden een goodiebag met mondmaskers, alcoholgel en soep langs te brengen en een kort stoepgesprek. We vragen hoe het met hun gaat en luisteren dan naar de noden die ze hebben en proberen daar een gepast antwoord aan te geven. Zo gaan we vrijwilligers inschakelen die regelmatig met onze mensen een stoepgesprek of wandelbabbel gaan doen, we gaan ook creapakketten uitwerken en aan huis bezorgen en andere coronaveilige activiteiten organiseren … "
Prioritair gaan ze nu eerst op bezoek bij de leden en de mensen die voor corona lid waren, maar mensen die het inloopcentrum nog niet kennen of nog geen lid zijn willen ze zeker ook bezoeken. Ze doen dan ook een oproep aan alle inwoners van Lommel om hen een seintje te geven als ze zelf of iemand kennen die ook nood heeft aan een stoepgesprek.
(Foto Paula Deweerdt)