38 Neos-leden bezochten gisteren de St.-Benedictusabdij van Achel, in de volksmond de
‘Achelse kluis’. Het was een cisterciënzer abdij, deels gelegen op Belgisch en deels op Nederlands grondgebied.
In
1686 werd deze plek een gemeenschap met 13 kluizenaars. Ze leefden autonoom en voorzagen zich in alle materiële noden. Ze leidden een leven van gebed, arbeid of studie. Door de Franse revolutie in 1798 werden ze uit het klooster verdreven. In 1846 werd de vervallen kluis opnieuw bevolkt door trappisten, monniken komende uit o.a. de abdij van Westmalle. Vanaf 1859 werd er ook bier, kaas en brood gemaakt. In 1871 werd de kluis, die aanvankelijk een priorij was, tot abdij verheven en heette sindsdien de
Sint-Benedictusabdij. Vanwege het teruglopende aantal monniken werd in 2011 de Achelse kluis opnieuw een bijhuis van de abdij van Westmalle en zo kon het bier van Achel het trappistenlabel dragen tot 2023. Toen werd de volledige abdijsite verkocht aan de Geelse ondernemer Jan Tormans, wat het einde van het trappistenlabel betekende.
De zeer gedreven gidsen loodsten Neos door alle gebouwen van het zeer oude gedeelte naar de neogotische abdijkerk met het adembenemende gewelfde plafond. Iedereen was onder de indruk van de omvang van de gebouwen. De rondleiding eindigde in de brasserie met het proeven van twee biertjes en koffie met taart die een geslaagde namiddag afsloten.
(Nelly Hanegreefs)