Neos Lommel ging met 31 leden op stap, naar Schaffen en Diest.
Een groter contrast kon het die dag niet zijn: in de voormiddag de para’s en hun opleiding en in de namiddag de devotie van prevelende begijntjes.
Eerst ging het dus naar
Schaffen. Naar het opleidingscentrum voor
para’s. Wie kon hen beter uitleggen wat daar gebeurde dan Marc Van Herbruggen, die ruim 1300 parachute sprongen op zijn conto heeft! Dé attracties waren wel het plooien van de parachutes en de hal waar de grote 'Zeppelin', de helium ballon, staat. Sinds 1949 wordt ermee getraind in valschermspringen omdat het natuurlijk veel goedkoper is dan uit een vliegtuig springen. Eén van de Neos-leden kreeg de bepakking van een para aangebonden: een valscherm van 18 kg, een reserve valscherm van 6 kg en de bepakking van 40kg
(foto boven). Oef! Goed dat er een maaltijd voorzien was, samen met de para’s.
In
Diest stond Jef 'de Nachtwachter'
(tweede foto onder) hen op te wachten. Met zijn lamp in de aanslag vertelde hij de geschiedenis van het
begijnhof (UNESCO Werelderfgoed sinds 1998), origineel zoals het was in de 17de en 18de eeuw. Rond 1700 waren er ruim 400 begijnen maar in 1926 waren ze allemaal op! Hun kerkje is erg mooi en de moeite van het bezichtigen waard, maar dringende renovatie is nodig. Zeven maal per dag gingen die vrouwtjes bidden, vaak in een ijskoude kerk. Daarom namen ze een kruik mee met hete kolen erin die ze onder hun rokken legden. Volgens onze humoristische gids komen daar de gezegden van als: 'op hete kolen zitten', 'zijn billen verbranden' en 'wie zijn billen verbrandt moet op de blaren zitten'. Ze kregen er
'Halve Maantjes' bij, Diesterse koekjes, gebakken door Netteke, de vrouw van gids Jef. In taverne 'De Badmeester' wachtte nog koffie en gebak.
En dan tevreden terug naar Lommel, heimat van de Neos groep.