Tijdens de gemeenteraad kwam raadslid Rita Phlippo (Samen Vooruit) met een vraag over het telewerkbeleid van de stad. Sinds corona werd thuiswerken ook bij de stadsdiensten ingevoerd, maar steeds meer bedrijven en overheden komen daarop terug. Hoe kijkt Lommel hier vandaag naar en wat is de evaluatie?
Burgemeester Bob Nijs (cd&v) verduidelijkte dat telewerk in coronatijd noodzakelijk was, maar ondertussen is het een verworven praktijk geworden. Toch blijft het geen recht maar een gunst, met als centrale regel: de dienstverlening aan de burger mag er nooit onder lijden.
Daarom werd vastgelegd:
- Maximum twee telewerkdagen per week, en enkel wanneer de functie het toelaat.
- Bereikbaarheid blijft cruciaal.
- Dienstverlening blijft eerste prioriteit.
De recente evaluatie toont aan dat het systeem algemeen vlot verloopt, al waren er in het begin enkele technische uitdagingen, aldus Bob Nijs. In februari 2026 wordt een nieuwe telefonieoplossing uitgerold, wat de bereikbaarheid verder moet verbeteren. Bepaalde taken kunnen thuis efficiënter worden afgewerkt, aldus de burgemeester.
Rita vroeg of de evaluatie ook officieel kon worden gedeeld. Volgens diensthoofd Iris Mulkens gebeurt dat zeswekelijks mondeling. Wel kunnen cijfers over oproepen van het contactcenter worden meegedeeld. Plaatsgebrek is overigens geen motief om telewerken te stimuleren, aldus Iris, in principe heeft elke medewerker een eigen werkplek.
Ook de vraag van Jean-Jacques Melotte (Samen Vooruit) over de drukste telewerkdagen kwam aan bod. Uit de tijdsregistraties blijkt dat medewerkers vooral op dinsdag en donderdag op kantoor werken. Dat is bewust, want de balans tussen dienstverlening en werkcomfort blijft belangrijk. Het telewerken moet dan ook bijdragen tot een aantrekkelijke werkomgeving, maar nooit ten koste van de burger.
Marc Faes