Vanaf de eerste helft van mei was het wel erg stil wat betreft
dagvlinders. Er is altijd wel een dip in het voorjaar, als de voorjaarsgeneraties zijn uitgevlogen en de zomergeneraties er nog niet zijn, maar dit jaar was deze junidip wel erg diep. Maar nu lijkt de dip toch echt voorbij. De zomervlinders zijn er en ook de tweede generaties van enkele andere vlindersoorten vliegen nu. En mogelijk dat deze in flinke aantallen te zien zullen zijn, want juist door het vochtige voorjaar stonden de waardplanten - de planten waarop een vlinder haar eitjes afzet zodat de rups, zodra die uit het eitje is gekropen, kan eten en groeien - er prima bij.
Tijdens zijn vele wandelingen legde
Mario Vanoppen dan ook onder andere vele vlinders vast met zijn
'magische klik'. Zo zag hij onder andere een boomblauwtje
(celastrina argiolus, foto boven en eerste foto onder). Dit vlindertje vliegt niet of nauwelijks dichtbij de grond en is op ooghoogte fladderend met geen andere soort te verwarren, met zijn fel lichtblauwe bovenzijde en de zilverwitte tot lichtblauwe onderzijde van de vleugel waarop zwarte stippen te zien zijn. Hij maakte ook mooie foto's van het koevinkje
(aphantopus hyperantus) met zijn mooie oogvlekken aan de onderzijde van de vleugels
(foto's 2 en 3 onder), en het bruin zandoogje
(maniola jurtina, foto 4 onder). Het zwart- of geelsprietdikkopje (moeilijk te zien op foto 5 onder) passeerde ook voor zijn lens, in tweevoud dan nog. Helemaal speciaal is de sint-jacobsvlinder
(tyria jacobaeae) van foto 6 onder. Deze dagactieve nachtvlinder heeft een opvallende tekening en kleur en waarschuwt hiermee, net als zijn rups (de zebrarups) dat hij erg giftig is. Die rups eet immers jacobskruiskruid dat erg giftige bestanddelen bevat waardoor hij giftig wordt. Door die kleur en tekening wordt hij dan ook met rust gelaten. Tot slot fotografeerde Mario ook de schaduwstipspanner
(idaea rusticata, foto 7 onder), een nachtvlinder die in België een schaarse soort is.