Het vormsel is een ankerpunt in het leven van christenen. Het is de bevestiging van het doopsel. Samen met hun gezin, meter en/of peter keken de vormelingen dus achterom, naar het begin, en naar de weg die ze samen aflegden. Tijdens het vormsel worden de vormelingen met de gave van de Geest gezalfd om hun levenstocht verder te zetten. Ze keken dus ook vooruit en vroegen zich af hoe ze verder kunnen groeien in geloof.
De tocht verliep langs zeven ankerplaatsen: geboorte, doopsel, zalven, handen, tafel, toekomst en kruis. Per ankerpunt was er een roll-up banner voorzien die inhoudelijk al duidelijk maakte waarover de halte ging. Elke vormeling ontving een werkboekje met opdrachten. Per ankerpunt stonden daar vragen of opdrachten in die ze samen konden oplossen en beantwoorden. De vragen waren wel gericht aan de vormeling, maar het was natuurlijk de bedoeling dat (groot)ouders, peter en/of meter en vormelingen er samen over praatten. Zo kregen ze bijvoorbeeld bij het doopsel de opdracht: vraag aan papa of mama hoe het was met mijn doopsel. Zo was er ook een kruiswoordraadsel dat ze samen moesten oplossen, foto's bespreken, een kunstwerk bekijken, zelf een gebed maken,...