Tribunaliteiten
De politierechter van Vilvoorde was het beu. Het was niet de eerste keer dat de beklaagde een rolstoelgebruiker was, die omwille van trappen niet tot in de rechtszaal kon geraken. Het personeel van de griffie droeg de verdachte dan binnen of de rechter behandelde de zaak op de parking van het gerechtsgebouw. Deze keer was het onmogelijk om de rolstoelgebruiker te dragen en op de parking, waar hij de verdachte zou ontmoeten, bleek het slecht weer te zijn. De politierechter besloot daarom het proces te maken – niet van de beklaagde – maar wel van het lamentabele gerechtsgebouw waarin hij al zo lang moest zetelen. Verouderd, muf en ontoegankelijk voor personen met een handicap luidde het verdict. Ongeschikt om justitie de uitstraling te geven noodzakelijk om het vertrouwen van de burger te wekken. Een persoon met een handicap heeft, aldus de politierechter, zoals iedereen recht op een waardige behandeling van zijn zaak. D.w.z. in een zittingszaal en niet op een parking. Lees het Europees verdrag van de rechten van de mens en het verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van gehandicapten, aldus de rechter nog in zijn vonnis. Over de rolstoelgebruiker zelf weigerde hij te oordelen zolang hij niet kon zetelen in een zaal toegankelijk voor personen met een handicap. Justitie met een beperking. Hoe lang nog?
Jan Bouly
(De auteur is advocaat)