Oma leefde in een nog niet geseculariseerde tijd. In een tijd dat het nog doodgewoon was dat er
een kruis over het zelfgebakken brood werd gemaakt vooraleer dit werd aangesneden. Het gebakken brood bewaarde men in de kelder. Er werd gebakken voor een hele week. Oma sneed telkens zoveel sneden af als er nodig waren voor de maaltijd. Het brood werd tegen de borst gehouden en dan sneed zij met het scherp van de mes naar zich toe. Dat waren nog eens tijden! Er was zelfs een tijd dat het kneden van het deeg niet gebeurde met de hand maar met de blote voeten. Dat was een zware karwei en de zweetdruppels liepen van het gezicht en de benen in het deeg. Het brood smaakte er niet minder om.