Er is geen asbestvervuiling op de site Hoppenest in Linde. Dat blijkt uit een oriënterend bodemonderzoek waarvan het stadsbestuur vandaag de resultaten binnenkreeg. Ook is er geen sprake van een bedreiging voor mens of milieu door zware metalen, polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAKS) of tolueen.
De gemeenteraad gaf eerder de opdracht om een oriënterend bodemonderzoek te laten uitvoeren op het
terrein, dat in de periode 1991 tot 2003 gebruikt werd als opslagzone voor
gronden en puin, afkomstig van de uitgraving van kelders en de afbraak van gebouwen. In de
periode 2003-2016 vonden er geen activiteiten plaats en het terrein werd in 2016 ontruimd en
genivelleerd.
Het ‘Buro voor Bodemonderzoek en Sanering’ uit Dilsen-Stokkem voerde het onderzoek uit en nam daarbij
stalen van de aarde en het grondwater. Na analyse van de stalen zijn er van bepaalde stoffen verhoogde
concentraties gevonden, maar deze worden volgens het erkende onderzoeksbureau beschouwd als
historische verontreiniging, omwille van de ligging van het terrein en de herkomst van de aangevoerde
gronden, meer bepaald de regio Noord-Limburg die historisch belast is met zware metalen.
Het
onderzoeksbureau besluit dan ook dat er geen duidelijke aanwijzing is dat de verhoogde waarden een
bedreiging zouden vormen voor mens of milieu.
Omdat het terrein als gevolg van het gebruik in het verleden een mogelijk risico voor asbestverontreiniging
inhield, werd ook een onderzoek ter zake verricht. Hierbij werd een visuele inspectie van het terrein gedaan
en werden er proefgaten gegraven. Uit dit onderzoek blijkt dat er geen asbestverontreiniging aanwezig is, aldus het stadsbestuur.