Vorige week was de jacht geopend op '
vallende sterren'. Niet dat het écht vallende sterren waren, de
Perseïden zijn stof- en gruisdeeltjes afkomstig van de komeet Switft-Tuttle. Die komeet heeft een omlooptijd van zo'n 130 jaar en laat een stofwolk achter waar we jaarlijks rond midden augustus met onze aarde door ploegen. En die stofdeeltjes zorgen in de vorm van een meteorenzwerm telkens weer voor het nodige lichtspektakel aan de nachtelijke hemel. Ze dringen met een razende snelheid van 60 km per seconde onze atmosfeer binnen en verdampen op een hoogte van 80 tot 120 kilometer. Het lichtspoor dat we dan zien, is afkomstig van de lucht rond het stofdeeltje die aan het gloeien gebracht wordt. Dat wist ook
Wojciech Malinowski die zich in Grote Brogel neer zette en naar de hemel tuurde tot hij de sterren zag vallen. En op de foto is het zoals 'in het echt': als je lang genoeg kijkt, zie je de ster vallen.