Schepen van Cultuur Niels Valkenborgh opende zaterdagavond, tijdens de viering van 10 jaar beiaard, zijn toespraak door te benadrukken hoe bijzonder het is om na tien jaar opnieuw stil te staan bij het verhaal van de beiaardvereniging. Tien jaar geleden werd niet alleen een nieuw instrument geïnstalleerd, maar ook een ambitieus idee geplant: de beiaard in Neerpelt niet louter laten klinken, maar er een levendige, warme gemeenschap rond uit te bouwen. Sindsdien, zo zei hij, is de wereld drastisch veranderd – sneller, digitaler, drukker – maar de beiaard is altijd een vaste waarde gebleven. In tijden van pandemie, onrust en zwaar nieuws bleven de klokken momenten van rust, verbinding en herkenning bieden.
Hij schetste ook de sterke muzikale identiteit van de gemeente, met meer dan duizend leerlingen aan de Kunstacademie, honderden jonge muzikanten in fanfares en koren, en meer dan 800 vrijwilligers van het EMJ die jaarlijks duizenden jongeren ontvangen. De beiaardvereniging heeft daarin een stevige plaats verworven: met concerten, gastbeiaardiers, thematische programma’s en kansen voor jong talent. Zo bewees ze volgens Valkenborgh dat de beiaard geen overblijfsel uit het verleden is, maar levend erfgoed dat meegroeit met nieuwe muziek en nieuwe generaties.
De schepen stond stil bij vele persoonlijke herinneringen, waaronder de grote beiaardcantussen waar honderden zangers de toren deden daveren. Hij benadrukte dat achter elk initiatief geen grote structuren schuilgaan, maar wel vrijwilligers: mensen die plannen, repeteren, gidsen, fondsen werven en bezoekers ontvangen in de toren. Ook beiaardier Jan Verheyen kreeg een bijzondere pluim als “muzikale motor” van het geheel.
Valkenborgh sprak zijn dank uit aan iedereen die het project mogelijk maakte: de eerste bezielers die vijftien jaar geleden “I have a dream” riepen, de sponsors die meer dan 120.000 euro samenbrachten, verenigingen en inwoners die het draagvlak hielpen vergroten, en het gemeentebestuur dat 45% van de kosten voor zijn rekening nam. Hij waardeerde eveneens de samenwerking met zusterstad Hamont-Achel, die met een eigen klok en toren mee bouwde aan het gezamenlijke beiaardverhaal.
Tot slot keek hij vooruit: hij hoopt dat de beiaard ook de komende tien jaar nieuwe mensen blijft aanspreken, dat kinderen nieuwsgierig blijven naar “wat er boven in de toren gebeurt”, en dat de klokken zullen blijven klinken bij vieringen, herinneringen en stille momenten. De schepen besloot dat de beiaardvereniging de gemeente warmer, herkenbaarder en unieker maakt, en wenste haar van harte proficiat met dit eerste decennium.