Valentin Jaeken was ook in de ban van de herdenking van de Bevrijding, en vond een artikel terug dat over zijn
overgrootmoeder gaat. Hij vermoed dat het artikel in een vrouwenblad in 1967 verschenen is, het jaar waarin zijn overgrootmoeder -
Elisabeth Van Chaze, weduwe Spelters - kwam te overlijden.
Haar bijnaam was 'Betje, moederke van de piloten'.
We beschrijven graag de inhoud van het artikel:
'Het was een eenvoudige volksvrouw uit Limburg, moeder van een talrijk gezin, lid van onze vrouwengilde, pas overleden, de 7e mei te Overpelt. Ze was van de weerstand, niet om medeburgers te verraden, maar om jonge mensenlevens te redden'.
Over die oorlogsnachten: 'Parachutisten moeten hun getroffen en brandend vliegtuig verlaten, ze vallen in de donkere nacht, ontredderd, hulpeloos op vreemde grond. Wat wacht hen daar? Gevangenschap of redding? In Limburg staat een gastvrij huis, Betje Spelters met enkele geburen weet geheime, stille naastenliefde te betuigen aan vreemde onbekende jongens'.
'Zwijgend en met tekens worden de piloten naar huis gebracht: kom maar binnen, noem geen namen, trek eerst de uniformen uit, hier zijn burgerskleren. Nu goed eten en dan slapen, lang slapen. De daaropvolgende dag moet ervoor gezorgd worden dat de piloot weggeraakt langs Berchem of Luik, terug over de plas naar Engeland'.
'Dag, jonge man! Dank, moederke Spelters! Als het lukt, niet schrijven, ik moet blijven denken aan mijn gezin, aan mijn vrijheid en leven'.
Jaren later
'De oorlog is nu twintig jaar voorbij en Betje is naar de hemel. Ze bewaarde in haar schuif de eretekens van president Eisenhower en koningin Elisabeth van Engeland. Elk jaar kreeg ze bezoek van enkele van de door haar geredde jongens.