De
gierzwaluwen zijn terug van hun wereldreis.
Ze zoeken een partner en een nestholte, brengen 2 of 3 jongen groot en einde juli, begin augustus zijn ze allemaal terug weg. Ze vliegen dan via de westkust van Afrika tot in Zuid-Afrika waar ze in december of januari arriveren, en keren langs de zelfde route weer terug.
Jonge gierzwaluwen vliegen in groep en met grote snelheid
luid gierend door het luchtruim en langs bezette nestkasten. Ze vangen hun voeding - vooral insecten - al vliegend.
Ze blijven dag en nacht in de lucht. Bij zonsondergang verzamelen ze en stijgen dan tot een hoogte van zowat 2.000 meter, om vervolgens zwevend in een rusttoestand te dalen tot de zon weer opkomt. Broedende vogels wisselen elkaar af en blijven na zonsondergang samen in het nest. Bij slecht weer vliegen ze naar gebieden waar het zonnig is; ze kunnen dan enkele dagen wegblijven. De jongen in het nest gaan dan in een slaaptoestand en hun metabolisme vertraagt zodat ze kunnen overleven.
Een gierzwaluw is na 2 à 3 jaar volwassen en zal dan een nestlocatie zoeken. In
Neerpelt-centrum en
Boseind hangen 165 nestkasten. Er werden vorig jaar 303 jonge gierzwaluwen in geteld.
In Neerpelt werd in 2016 een exemplaar aangetroffen dat 12 jaar eerder geringd werd. Sinds enkele jaren is op een aantal jonge gierzwaluwen een kleine geolocator op de rug bevestigd.
Zo kunnen ze gevolgd worden op hun jaarlijkse reis van en naar het zuiden van Afrika.
(Albert Smeets)