Ruim 100 jaar geleden stierven miljoenen mensen aan de
Spaanse griep. Ze kende drie golven en duurde van 1918 tot en met 1920. Dergelijke virussen ontstaan vooral in gebieden waar mensen en dieren dicht op elkaar wonen en waar bovendien veel levende dieren van allerlei soorten op markten worden verhandeld, schrijft
"De Pelter Bloas", het tweemaandelijks blad van het Overpeltse Genootschap voor Geschiedenis en Volkskunde.
In Overpelt stierven in 1918 een 80-tal inwoners aan die Spaanse griep, schrijft Evelyne Naus. De ziekte trof vooral jonge mensen en liet de ouderen grotendeels gespaard. De gemiddelde leeftijd van de slachtoffers was 22,5 jaar; en 47 slachtoffers waren 10 jaar of jonger. Omgerekend naar de Covid-19-situatie zou de Spaanse griep in Overpelt
nu 550 doden hebben gemaakt. De tol van de pandemie lag in 1918 hoger dan die van de vier jaar dat de Eerste Wereldoorlog duurde.
"De Pelter Bloas", p/a Zwamstraat 21, 3900 Pelt - 7 euro voor een abonnement van 6 nummers.