Krekels associëren we doorgaans met zuiderse oorden, waar je de krekels hoort, maar niet ziet. Maar
Frido Van Hertum kreeg in zijn tuin bezoek van een veldkrekel.
Alleen het mannetje van de veldkrekel kan sjirpen, zo laat Frido weten. Dat doet hij door met zijn rechtervoorvleugel, die tandjes bevat, over een richel op zijn linker voorvleugel te wrijven. Hoe warmer het weer, hoe sneller zijn zang klinkt.
De veldkrekel is zo’n 2,5 cm lang, glanzend zwart van kleur en leeft van planten, wortels en grassen. Hij houdt van droge, schrale plekken met lichte begroeiing, zoals heide, en graaft daar een holletje tussen graspolletjes. Bij gevaar of slecht weer trekt hij zich daarin terug. In de winter sluit hij het af om er te overwinteren.
Het gaat al langere tijd bergafwaarts met deze warmteminnende soort, die op de Rode Lijst staat. In Nederland komt hij nog uitsluitend voor in de zuidelijke helft, in België vooral in noord-Limburg en de Kempen.