In Pelt werd een nieuwe burgergroep opgericht, die luistert naar de naam LeefbaarPelt. Deze burgergroep is ontstaan uit de groeiende bezorgdheid over de geplande windturbines in Pelt, aldus hun woordvoerder Patrick Vaesen. Die licht verder het initiatief toe: "Hoewel duurzame energie noodzakelijk is, worden projecten in onze gemeente doorgeduwd zonder dat de stem van de inwoners voldoende wordt gehoord. Wat ons vooral zorgen baart, is dat fundamentele vragen – over geluidsoverlast, gezondheid, watervervuiling en de ruimtelijke impact – amper worden meegenomen in de besluitvorming.
De toelichting gaat verder: "Veel burgers voelen zich buitenspel gezet en ervaren een gebrek aan transparantie, terwijl de projecten grote gevolgen kunnen hebben voor de leefkwaliteit in hun directe omgeving. Als LeefbaarPelt willen we hierop reageren en de bezorgdheden van de bevolking zichtbaar maken. We streven naar een open, inhoudelijk debat, maar zijn ook bereid juridische stappen te ondernemen indien nodig."
De burgergroep heeft de ministeriële besluiten alvast grondig doorgenomen en haalt daar volgende punten uit:
"In Pelt werden recent vijf windturbines vergund, verspreid over verschillende exploitanten. Dit gebeurde ondanks een negatief gemeentelijk advies en meer dan 600 bezwaarschriften. De projecten voorzien in de lozing van in totaal 288 miljoen liter bemalingswater – het equivalent van 14.400 tankwagens – in de Dommel en omliggende waterlopen. Wat begon als een lokaal milieuvraagstuk, groeit intussen uit tot een dossier met nationale relevantie. De turbines worden ingeplant op de grens van industriegebied Nolimpark, maar grenzen direct aan woonwijken zoals Dorperheide, Holheide en Tuinwijk Overpelt Fabriek. Meer dan 1.500 woningen bevinden zich binnen een straal van 500 meter. Bij typische windsnelheden (7 m/s) blijft het risico op slaapverstoring aanzienlijk tot op 750 meter. Ook slagschaduw reikt tot 1.500 meter, waardoor tot 4.500 inwoners visuele en akoestische overlast riskeren."
In een overzicht bestaande uit 7 punten worden de bezwaren samengevat:
1. PFAS en zware metalen – controle pas bij opstart
In totaal wordt 288 miljoen liter grondwater opgepompt en geloosd bij de vijf windturbines:
- WT5: 77 miljoen liter
- WT2: 72 miljoen liter
- WT3b: 54 miljoen liter
- WT3a: 44 miljoen liter
- WT4: 41 miljoen liter
De vergunning voorziet enkel een staalname bij opstart. Indien de sterk verhoogde lozingsnormen worden overschreden (zoals arseen 100 µg/l, cadmium 10 µg/l, koper 500 µg/l, chroom 500 µg/l, lood 500 µg/l, nikkel 300 µg/l, zink 2.000 µg/l, aluminium 2 mg/l, mangaan 10 mg/l en sulfaten 2.000 mg/l), moet een zuiveringsinstallatie gemobiliseerd worden. Lukt dat niet, dan moet het water tijdelijk opgevangen worden.
Bijvoorbeeld:
- De lozingsnorm voor arseen werd verhoogd met een factor 20
- Chroom met een factor 10
- Nikkel met een factor 15
Vragen die zich opdringen:
- Wie controleert of dit effectief gebeurt?
- Waarom vindt er geen voorafgaande staalname plaats?
- Waar gaat het opgevangen water uiteindelijk naartoe?
- Waarom is er geen meetnet in een risicogebied voorzien met peilpunten. Meeting in bemalingspunten zijn hydrologisch niet relevant!
2. Geluidsoverlast – normen, aannames en de prijs voor bewoners
De turbines zijn formeel als ‘industrieel’ geklasseerd, maar liggen tegen woonkernen. De geluidsstudies gaan uit van een 'aangenomen' turbinetype met een hoog geluidsvermogen – terwijl het definitieve model nog niet vastligt. Softwarematige afremming (‘bridering’) moet cumulatief geluidsoverschrijdingen beperken, maar biedt geen structurele garantie.
Kernvragen:
- Wat als de gekozen turbine later luider blijkt dan voorzien?
- Waarom is de SGS Akoestische voorstudie windturbinepark nolimpark Pelt dd 5/4/2024 in opdracht van Encon is gebaseerd op de verouderde en ondertussen vervallen iso 9613-2:1996 norm ipv iso 9613-2:2024. U leest het goed in 1996 waren windtorens 50Mtr hoog, Er was toen nog geen aandacht voor laagfrequent geluid en cumulatieve impact!
- Waarom geen bindende geluidsgrens vóór plaatsing?
- Waarom geen onafhankelijke geluidsmetingen voor én na installatie (zoals in Nederland)?
3. Geen meldpunt, geen coördinatie – wie hoort de burger?
De vijf turbines vallen onder vier verschillende exploitanten. Geen enkel dossier voorziet een centraal meldpunt of regie voor cumulatieve hinder.
Gevolg: burgers zullen zelf moeten uitzoeken wie aanspreekbaar is bij overlast.
Vragen:
- Waarom ontbreekt een gecoördineerd klachtenloket?
- Waarom geen aanspreekstructuur bij overlast of wanbeheer?
- Hoe wordt toezicht geregeld bij meerdere exploitanten?
4. Overheidsdiensten zwijgen – wie beschermt de burger?
Aquafin gaf géén goedkeuring voor aansluiting bij WT2. De burgergroep erkent dat dit niet als een afkeuring dient te worden aanzien, maar gelet op de hoeveelheid die er dient er geloosd te worden, lijkt dit toch van dien aard dat hier voorafgaandelijk toch het een en ’t ander afgetoetst wordt. Toch werd de vergunning verleend. Wat als meerdere werven gelijktijdig lozen?
Vragen:
- Wie garandeert veiligheid bij gelijktijdige lozingen?
- Wie treedt op bij verzadiging van het stelsel?
- Waarom geen voorafgaand akkoord met Aquafin?
5. Geen waarborg voor afbraak of sanering
De vergunningsvoorwaarden bepalen dat de uitbater de turbines na levensduur verwijdert. Maar er is geen borgfonds, geen verplichte provisie, geen verzekering.
Vragen:
- Waarom geen verplichte financiële borgstelling per turbine?
- Wie controleert dat afbraak effectief gebeurt?
6. Onvoldoende communicatie – 600 bezwaren in één maand
Ondanks de impact op duizenden inwoners was er geen gemeentelijke brief, geen infomoment en geen opvolging van vragen. Enkel Encon organiseerde in maart 2024 een beperkt infomoment.
Meer dan 600 burgers dienden bezwaar in binnen de termijn van 30 dagen na de vergunningsaanvragen op 4/12/2024 — een pijnlijk kerstgeschenk.
Vragen:
- Waarom geen actieve betrokkenheid van inwoners bij de start van het traject?
- Waarom bleef het gemeentelijk communicatiekanaal stil?
De enige communicatie verliep via één bewonersbrief van Encon (februari 2024) naar inwoners binnen 500 meter. Hierin werd verwezen naar een geluidsstudie van DBa Plan en de vergunningsprocedure.
Die studie bestond uit een geluidsmeting van amper twee weken – tijdens windstille dagen.
De gemeente liet later zelf een akoestische voorstudie uitvoeren door SGS (in opdracht van Encon), maar deze werd niet publiek gedeeld én baseert zich op de verouderde norm ISO 9613-2:1996 (inmiddels vervangen door ISO 9613-2:2024).
Vragen:
- Waarom werd deze studie niet gedeeld of geactualiseerd?
7. Cadmium en arseen: sluipende gevaren in tonnenschalen
Bij maximale lozingsconcentraties ontstaan volgende hoeveelheden:
UPDATE Windproject Nolimpark merkt op dat er in de onderstaande berekeningen van LeefbaarPelt een omzettingsfout gebeurd is, hetgeen de burgergroep ons bevestigd. Hieronder achter de pijl de juiste waarden. Windproject Nolimpark merkt verder op dat het wat vreemd is dat men dit op deze manier voorstelt, bij elke bouw wordt er immers grondwater opgepompt, ook bij de bouw van woningen.
- Arseen: 28.800 kg --> 28,8 kg
- Cadmium: 2.880 kg --> 2,9 kg
- Koper: 144.000 kg ---> 144 kg
- Chroom: 144.000 kg --> 144 kg
- Lood: 144.000 kg --> 144 kg
- Nikkel: 86.400 kg --> 86 kg
- Zink: 576.000 kg --> 576 kg
- Aluminium: 576.000 kg --> 576 kg
- Mangaan: 2.880.000 kg --> 2.880 kg
- Sulfaten: 576.000.000 kg --> 576.000 kg
Deze hoeveelheden worden ongefilterd via de riolering in de Dommel en omliggende waterlopen het ecosysteem in gebracht. Hierin mag en kan geen risisco genomen worden!
En dan PFAS
PFAS zijn 'forever chemicals’ die zich opstapelen in het lichaam en gelinkt worden aan kanker, hormonale verstoring en verzwakte immuniteit.
Een staalname bij opstart is zinloos: PFAS is al aanwezig vóór de resultaten binnen zijn.
Alleen voorafgaande analyse, zuivering bij overschrijding én onafhankelijke monitoring kunnen blijvende schade voorkomen.
Tot slot
Wat in Pelt gebeurt, kan een blauwdruk worden voor andere gemeenten. Zonder duidelijke spelregels, zonder gecoördineerde handhaving, zonder garanties vooraf.
Dit gaat niet over ‘voor’ of ‘tegen’ windenergie.
Dit gaat over vertrouwen, transparantie en verantwoordelijkheid.
Als er geen garanties zijn, geen toezicht en geen aanspreekpunt — wie beschermt dan de burger?