Gisteravond had theatergezelschap
'Hof Van Eede' het Palethe-podium voor zich voor de opvoering van
"Vanish Beach".
Een uitstapje naar Venice Beach, California, 1942. Met opgestroopte broekspijpen, in stijve driedelige burgerpakken zitten ze op het strand. Wat onwennig, wat te warm, wat te Europees, scheefgezakt in hun Amerikaanse strandstoel. Grote Europese cultuurdragers op de vlucht voor het nazisme. Onder hen Thomas Mann, Alma Mahler en Arnold Schönberg – de uitvinder van de atonale muziek, zelf een grote liefhebber van Bach en Brahms. Hun gesprek over de invloed van Goethe op Wagner stokt even, terwijl ze zwijgend een Mickey Mouse-ballon gadeslaan die over het strand vliegt. Intussen worden ze verteerd door heimwee naar een land dat hen wilde vernietigen.
Vanish Beach gaat over heimwee en ballingschap, over het belang van herinneringen – al dan niet fictieve – als dat het enige nog is wat rest van je thuisland. Aboriginals die op reis zijn, gaan net voor ze aankomen onder een boom op hun hurken zitten zodat hun ziel tijd heeft om hen in te halen. Maar wat als je ziel er nooit in slaagt je lichaam bij te benen, waar dan troost te vinden?
In "Vanish Beach" schuren de diepte en de zwaarte van het Europese verleden tegen de oppervlakte en de vluchtigheid van het Amerikaanse consumerisme. Welke existentiële troost vonden ze, en valt er ook nu nog te vinden in dat steeds meer mythische thuisland, Europa?
Een sterke voorstelling. Ze raakt je en hoewel de inhoud refereert naar een verleden is hij toch brandend actueel.
(Sonja Sleurs)