Voor velen is
een reis rond de wereld een verre droom. Peltenaar
Olivier Van Herck probeert die droom waar te maken. Vijf jaar geleden vertrok hij met zijn vriendin
Zoë Agasi, die hij op een sikvakantie had leren kennen, op wereldreis, maar dan op eigen spierkracht: te voet, met de fiets of met een zeilboot. Nu de reis even onderbroken is vanwege een operatie die Zoë moest ondergaan, praatte Mine Swusten even met hen.
"We willen op een trage manier reizen", zegt Olivier. "Het is een van de allermooiste manieren om de wereld te onbtdekken. Aan ons tempo kan je alles zien. Met een auto of een motor kan je het landschap niet ruiken, voelen of horen; maar per fiets, kano, zeilboot of te voet kan je iets ontdekken."
Hij heeft zijn job als burgerlijk ingenieur even aan de kant gezet om de reis te kunnen maken. "Mensen vinden het raar dat ik mijn job opgeef voor die periode. Ze denken dat ik dan alles kwijt ben of dat ik geen werk meer zal vinden. Maar ik denk er anders over. Ik studeer aan de universiteit van de wereld. Elke dag leer ik zoveel waardevolle dingen die je op geen enkele werkplek of universiteit kan leren."
Dat ze beiden vanwege de operatie terug naar huis moesten komen in Neerpelt vinden ze niet erg - "nu kunnen we nog eens frieten eten". Maar zodra Zoë hersteld is gaan ze hun reis verderzetten. In Noord-Amerika gaan ze dan zo'n 1000 kilometer
hiken over de Appalachian Trails en daarna in een kano de Northern Forest Canoe Trail volgen, een behoorlijk zware trip. En dan?
"Eenmaal in Canada kunnen we naar rechts, Europa, of naar links, Azië. Er staat nog niets vast." Wat wel vast staat is dat ze met de fiets verder zullen reizen. "De fiets is een toegankelijk vervoermiddel. Maar je zit natuurlijk wel met de bagage. Het eten en drinken voor een paar dagen weegt al snel 5 kilogram." Ze hebben maximaal 4 liter water bij en rekenen er op dat ze onderweg een bron vinden. Soms moeten ze, bij gebrek aan drinkwater, een mooie slaapplek laten liggen. En ze hebben een waterfilter bij zodat ze van gefilterd rivierwater kunnen drinken. In het uiterste geval vragen ze om water aan lokale mensen. "Ze zijn altijd geïnteresseerd in ons verhaal", zegt Olivier. "Soms zorgt dat er voor dat we een warme maaltijd krijgen, en een slaapplek".
Tot nog toe doorkruisten ze 17 landen, in totaal zowat 20.000 kilometer, ook op de Canarische Eilanden, en in Zuid-Amerika met een stop in Afrika. In Brazilië fietsten ze helemaal naar het zuiden en vandaar naar Colombia.
Zodra ze vertrekken bij bewoners laten ze een visitekaartje achter, met foto's van hun reis. "De meeste mensen zijn ons dankbaar dat we hen zijn komen bezoeken. Ze vinden het een eer. Het delen met je tijd is het mooiste wat je kan geven aan een mens". (Mine Swusten)